22 december, 2013

233 - Het einde van een verzameling

Columniste Leonie Breebaart van Trouw schreef een mooi maar verontrustend stuk over de bibliotheek van haar ouders die zij uiteindelijk moest opruimen. Onder te titel "Wat te doen met overtollige boeken" schrijft zij een paar rake noties. Ik ben hopelijk pas op de helft van mijn leven - of minder - maar er komt een dag dat mijn kinderen zich in dezelfde positie bevinden: zij moeten aan de slag met mijn boekenverzameling. Onlangs vroeg mijn teerbeminde of 2500 boeken niet genoeg waren onderhand. Toen ik haar opgewekt meldde bij mijn pensionering op minstens 6000 te willen zitten, trok zij enigszins bleek weg. De kinderen trouwens ook - want zij moeten op een dag alles sorteren en naar buiten dragen.

Dit soort gedachten hoort misschien bij het einde van het jaar. Ik ontdekte dat ik vijf jaar geleden dezelfde overpeinzing had, in dit stukje. Toen naar aanleiding van dit stukje. Kortom: het is een onderwerp dat iedereen bekend voor zal komen schat ik in.

Breebaart schrijft onder meer "Altijd heb ik de boeken van mijn ouders beschouwd als een kostbare erfenis. Immaterieel of materieel, daar dacht ik niet zo over na." Maar de harde realiteit is dat niemand op de boeken zit te wachten. Zelfs de kringloopwinkel niet meer. In feite is de enige waarde de emotionele waarde die overblijft. Rond de kerst verleidt dit Breebaart tot een parallel met het sprookje over de zwavelstokjes: "Handel zit er niet meer in, maar ze verspreiden tenminste een rijkdom aan beelden, ideeën, fantasieën, waardoor je de crisis even vergeet."

Maar dit kerstsprookje heeft een mooi einde. Want na de afwijzing van haar ouders' boeken in de kringloopwinkel vond zij een setje essays van Renate Rubinstein die ze mee naar huis nam: "Niemand in die winkel had kennelijk door hoeveel die boeken eigenlijk waard waren".

En zo is het. Want wat is de echte waarde van boeken? Velen vragen zich dat af.* Blogger houdt bij welke van mijn posts het meest gelezen worden. Steevast is dat mijn post uit februari 2009 met de titel "wat zijn waardevolle boeken". Mijn conclusie was toen al dat het 'm niet zit in het prijskaartje, maar in de inhoud van het boek. Het is net als met Kerst zelf. Ik word eigenlijk wel opgewekt van deze kerstgedachte. Het is de gedachte die telt - zelfs als het een zeldzame bibliofiele uitgave is.

*Voor wie nu toch een zinvolle uiteenzetting over de waarde van boeken wil, verwijs ik graag naar Perkamentus die dit thema overzichtelijk uiteenzet.

17 november, 2013

232 - Het boek der ontwenning - Geert Colpaert

Zo af en toe plaats ik een recensie van een recent gelezen boek. Al was het maar om het kopen van boeken te stimuleren, en dan vooral van debuten. Want wie weet stond ik daarmee aan het begin van een schrijversloopbaan die tot grote hoogten leidt.

Het debuut van Geert Colpaert (door de uitgever aangeduid als "uitzonderlijk debuut") is een boek dat de lezer meeneemt langs een wereld van verhalen die, zoals de schrijver zelf in het boek uitlegt, vooral apocrief zijn maar in zijn geheel een weerslag zijn van een bewogen ontwenningsperiode van een groep mensen in een ontwenningskliniek ergens in België. De veelheid aan invalshoeken in het boek maakt het lastig om een aanknopingspunt te vinden voor een beschrijving ervan. Want er gebeurt veel in dit boek. Maar dat mag ook wel, wat het debuut telt 760 pagina's en wil een lezer geboeid blijven tot het einde, dan zal de schrijver zijn ziel en zaligheid erin moeten stoppen. Dat heeft Colpaert gedaan en hij beschrijft niet alleen de ontwenningsperiode en wat daar gebeurt, maar ook historische gebeurtenissen vanaf de vroege middeleeuwen tot in de verre toekomst (we worden bijvoorbeeld getrakteerd op citaten uit nog te verschijnen kunsthistorische studies over de werken in dit boek).

Dat het boek zoveel verhalen en invalshoeken kent wil niet zeggen dat het chaotisch is. Integendeel, de basis laat zich vrij eenvoudig weergeven. Het gaat om een ontwenningskliniek voor alcoholverslaafden waar een groep mannen zonder duidelijk doel woont en meedraait in een vast patroon zonder enig perspectief. Het hoogtepunt van de week is de stiekeme zuippartij bij de nabijgelegen Aldi op woensdag maar voor de rest is het een tamme bedoening. Dit tot tevredenheid van de directeur, die dit een bewijs vindt voor zijn stabiele manier van werken. Dit alles verandert als er een nieuwe therapeut komt, Sam geheten. Deze Sam blijkt later de verteller van het verhaal te zijn. Sam ziet perspectief in de mannen en confronteert ze met kunst: schilderkunst, beeldhouwkunst, klassieke en moderne werken. En dan blijken de aanwezigen onvermoede talenten te hebben, met name Mark Behiels die zonder ooit ook maar een penseel van dichtbij te hebben gezien een uitzonderlijk schilder blijkt te zijn. Maar ook de anderen hebben onvermoede talenten als kalligraaf, tekenaar of ontwerper. De werkwijze van Sam maakt deze talenten los en hij begeleidt de mannen vanuit hun verdwazing naar een leven met een doel en uiteindelijk met zelfstandigheid en trots.

Dit verhaal van hun ontwenning - vandaar ook de titel van het boek - voert langs vele uitweidingen over de geschiedenis van de hoofdpersonen: we leren hoe Lucien van Boven uiteindelijk Juu-pileir werd en Hektor de Clerq de Mummie (en hoe ze weer zichzelf worden). Maar er zijn ook tal van korte biografieën over schilders als Van Gogh (niet toevallig heeft Mark een broer die Theo heet), Brueghel, Monet en vele anderen. Historische gebeurtenissen vanaf de middeleeuwen worden herteld, met diverse apocriefe aanvullingen. En steeds blijkt dat al deze gebeurtenissen maar ook individuele kunstwerken een echo hebben in de levens van de hoofdpersonen, de Ontwenners. En deze Ontwenners ontwennen en ontdekken dat er veel meer in het leven is dan blikjes Karlsquell. En dan blijkt ook dat deze Ontwenners veel meer perspectief hebben dan hun begeleiders en dat deze veel verslaafder zijn dan deze zogenaamde verslaafden. Of het nu aan antidepressiva is (de directeur), macht over mannen (psycholoog Marijke), Jack Daniels (inrichtingswerker Rudy) of andere zaken: zij die zogenaamd hun leven op orde hebben blijken perspectiefloos en de Ontwenners komen langzaam maar zeker tot de ontdekking wat hun potentieel is en leven dat uit. In feite zijn deze mannen puur, net als het leven, en eerlijk.

Er wordt geregeld de draak gestoken met zogenaamde kunstkenners en een pleidooi gedaan voor het ontdekken van wat echt, puur en eerlijk is in de kunsten en in de passies die mensen drijft. Centraal staat de ontwikkeling van Mark Behiels, in wiens spoor de anderen meekomen. Behiels schildert zonder enige kennis van de kunstgeschiedenis meesterwerken die een reflectie zijn van hoogtepunten uit de geschiedenis van de schilderkunst, maar met een eigentijdse inslag.

Maar zelfs met deze uitleg is het boek nog niet adequaat beschreven. Het is ook de schrijfstijl van Colpaert - barok, met veel herhalingen en uitweidingen, plastisch en grof maar ook weer echt - die onderdeel is van het verhaal. Sam spoort zijn Ontwenners aan om te "kijken, kijken en te blijven kijken" en Colpaert lijkt te schrijven, schrijven te blijven schrijven. Elk detail vraagt om een uitleg, elke observatie om een interpretatie van een observatie en elke gebeurtenis wordt geïnterpreteerd in het kader van de geschiedenis die achter ons ligt en het spoor wordt zo lang mogelijk teruggevolgd. Daardoor loopt het verhaal traag en ontstaat vanzelf een boek van bijna 800 pagina's. Maar erg is het zeker niet. Behalve dat het stevige gevloek mij op een gegeven moment wel ging irriteren, net als de gedetailleerde beschrijving van geslachtsdelen en wat je daar allemaal mee kan doen. Ik heb het geparkeerd als stijlfiguur en ben er maar vanuit gegaan dat dit valt onder de drive van Colpaert om puur, eerlijk en vol passie te zijn. Dus, resumerend, om de vraag te beantwoorden of dit boek gelezen moet worden, citeer ik graag een van de markante hoofdpersonen: "Ja, vaneigens".

01 november, 2013

231 - Nieuws uit Timboektoe

Het is goed om een bijdrage te leveren aan het behoud van monumentale boeken, en dan is het ook heel leuk om de hoogte te worden gehouden van de voortgang.

Eerder schreef ik over mijn bijdrage aan het herstel van beschadigde manuscripten in Timboektoe, nadat zij als gevolg van de inval van jihadisten bedreigt werden met vernietiging. De organisatie T160K zette zich in om geld te verzamelen om deze manuscripten te conserveren voor de toekomst. Ik wilde daar graag aan meewerken, al was het maar omdat Timboektoe mij al lang fascineert (zie dit bericht). Misschien wel omdat het een stad is met het woord "boek" in de naam.
Het jammere was dat ik me later ging afvragen of ik wel een goede investering had gedaan, vanwege een bericht in de NRC dat het allemaal toch wel meeviel met de schade aan manuscripten en dat reddingsacties niet nodig zijn.

Maar ik heb opgewekt gegeven. En het geld lijkt al met al goed besteed te zijn. En als het niet nodig was vanwege de jihadisten, dan in elk geval omdat het altijd goed is om boeken te conserveren. Zie dit bericht dat ik onlangs kreeg van de organisatie T160K:
Your contributions have made a positive difference in preserving a legacy for all future generations of humanity. We have completed all our campaign objectives and fulfilled all supporter perks. Archival supplies have been purchased and received in Mali. The manuscripts that you helped preserve have been boxed and stored with your labels and dedications affixed to them. Individual contributors should already have received an email with an image of a manuscript you helped save.
Thank you for your generosity. I don’t think it’s possible to convey how much your support and contributions have meant to us and this project! With your help we have achieved something truly monumentus.
Responsibility for the ongoing preservation of the manuscripts has been handed over to Abdel Kader Haidara [zie ook hier] and his organization in Mali.
De opzet van de fondsenwerving voor Timboektoe was de aanschaf van materiaal om de maniscrupten te archiveren en te beschermen tegen allerlei invloeden van buitenaf. Als bewijs van de besteding van het geld kreeg ik bijgaande foto van het manuscript dat door mijn bijdrage is bewaard. Op de doos staat ook nog eens een door mij geschreven boodschap.

Ik vind het bijzonder dat ergens in Timboektoe tussen alle manuscripten een doos staat die ik daar als het ware heb mogen plaatsen en waar kostbaar cultureel erfgoed in wordt bewaard. Het is mooi om op die manier van betekenis te zijn.

10 oktober, 2013

230 - Voor de toekomstige lezer in 2099

Geachte lezer uit het jaar 2099,

U bent op mij gestuit via de digitale collectie van de Koninklijke Bibliotheek uit Nederland. In welk deel van de Europese digitale collectie u dit weblog heeft gevonden weet ik niet. Ik hoop maar dat de taal nog een beetje leesbaar is, maar het zal vermoedelijk vanzelf vertaald worden. Ter info: ooit werd het in het Nederlands geschreven.

U leest dit weblog omdat in 2013 - toch al weer 86 jaar geleden - Jan Bos, toen nog hoofd collecties van de Koninklijke Bibliotheek, mij een mail stuurde (zo werkte dat toen) dat mijn weblog "gearchiveerd en duurzaam opgeslagen [zal] worden". En niet voor niets, want de KB liet mij weten dat dit weblog tot een bijzondere categorie behoort, namelijk "websites die als verzameling een representatief beeld geven van de Nederlandse cultuur, geschiedenis en samenleving op het internet". 

Ik wist niet dat dit weblog het in zich had, maar op wonderbaarlijke wijze heb ik iets nagelaten dat representatief is voor Nederlandse cultuur. En dat is een ironische gedachte, om twee redenen.

Allereerst voel ik mij in het geheel niet representatief voor de Nederlandse cultuur. Ik heb eerder de overtuiging dat ik een achterhoedegevecht lever. In 2013 woedde nog volop de discussie over het al dan niet uitsterven van het papieren boek (ik weet niet of deze link nog werkt maar ik hoop er het beste van). In 2099 weten jullie de uitkomst van deze verwachting. Hoewel de boekwinkels vandaag nog vol liggen met papier ken ik eigenlijk amper meer mensen die veel boeken kopen en bovendien een verzameling van die boeken aanleggen. Ik vind het toch wel een beetje een prestatie dat ik op dit moment zo'n 2.500 geregistreerde boeken in mijn verzameling heb en ik ken een handvol mensen die dat met mij leuk vinden. Boeken in kleine oplages, gesigneerde boeken, eerste drukken, bibliofiele werkjes: er zijn warempel vandaag nog mensen die er interesse in hebben. Maar ik ken ook tientallen mensen met duizenden ebooks op hun ereader. Toch kan ik bij hen weinig liefde voor het boek ontdekken. En dat terwijl ik nog steeds elke aankoop koester en verzorg en een lang leven op mijn boekenplank gun. Zo bezien hoor ik eerder thuis in een openluchtmuseum bij de afdeling oude ambachten (de bibliofiel, naast de nettenboeter en de scharensliep) dan in de afdeling representanten van de Nederlandse cultuur.

Als u wilt weten welke boeken ik zoal had, dan zult u bij mijn achterkleinkinderen te rade gaan. Wellicht dat zij er nog een paar bewaard hebben. Ik maak mij weinig illusies, dus mochten al die prachtige werken verdwenen zijn in de afgelopen 86 jaar, dan hoop ik dat u door het doorlezen van weblog iets kunt proeven van de lol die ik heb gehad in het verzamelen van boeken en het genot van het bezit van zoveel ideeën van grote denkers naast prachtige verhalen van grote schrijvers in een lange rij boekenkasten. Wellicht is er een zusterorganisatie van de KB die een archief heeft aangelegd van de website LibraryThing, want daar staat de gedetailleerde informatie over al mijn boeken.

De tweede manier waarop dit bericht van de KB ironisch is, is omdat daarmee de verzamelaar verzameld wordt. Deze uitdrukking is bewust geplagieerd van Eric Schneyderberg die ooit een boekje maakte over het verzamelen van boeken van Boudewijn Büch, de meest markante bibliofiel die Nederland in de 20e en 21e eeuw (althans, tot 2013) kende. Gek idee dat al mijn woorden de afgelopen decennia in bits en bytes van het systeem van de KB hebben gehangen totdat u het weblog ontdekte. Het was juist mijn bedoeling informatie te ontsluiten zodat anderen daar iets aan zouden hebben. Maar nu word ik een brokje informatie dat ontsloten moet worden.

Wat het onderzoek is waarmee u bezig bent, weet ik natuurlijk niet. Wellicht verveelde u zich te pletter en stuitte u toevallig op deze bijdrage omdat u nieuwsgierig was wie iets schreef over 2099, toevallig het jaar waarin uw eerste kind werd geboren. Of dit was het enige weblog in 2013 waarin over Anneke Brassinga werd geschreven (Wikipedia zal toch wel gearchiveerd zijn? Voor de zekerheid een link daarheen), en dat schept natuurlijk een band. Wellicht is mijn volgende bijdrage baanbrekend en wordt daar 86 jaar later nog over gepraat, en toen u doorlas stuitte u op dit ietwat suffige bericht. Sla maar snel over en ga door naar andere berichten, er zijn nog een paar fijne berichten over Nescio te lezen bijvoorbeeld.

Maar één ding is duidelijk. Het was urgent dat deze informatie destijds werd opgeslagen. Lees maar in de brief die ik vandaag van Jan Bos kreeg: "Websites bevatten vaak waardevolle informatie die niet analoog verschijnt en die ten gevolge van de grote 'omloopsnelheid' het risico loopt voorgoed verloren te gaan. Dat websites als 'digitaal erfgoed' het behouden waard zijn, is internationaal erkend in het Unesco Charter on the Preservation of the Digital Heritage uit 2003. Het signaleert dat digitaal erfgoed verloren dreigt te gaan en dat het bewaren daarvan voor gebruik door de huidige en toekomstige generatie onderzoekers zeer urgent is." Hier staat een lijst met alle - honderden - geselecteerde sites.

En dat digitaal erfgoed verloren dreigt te gaan willen we natuurlijk niet. U zult daarom ook al mijn volgende berichten kunnen lezen. Of het er veel zijn weet ik niet. Ik beloof dat ik mijn best doe nuttige dingen voor toekomstige lezers te schrijven. Draag het mijn nageslacht niet na als dat mislukt en wees een beetje mild over mij in uw dissertatie. Het kwam allemaal uit een goed hart.

17 september, 2013

229 - Boekwinkelen in Manhattan

Na lang wachten was het eindelijk zover dat we in Manhattan aankwamen. Voor ons allemaal de eerste keer, dus we hadden een zorgvuldige route gepland langs Times Square, Empire State Building, Rockefeller Center, Central Park, Lower Manhattan, enzovoorts, enzovoorts. En gelukkig was er ruim voldoende tijd om de boekige kant van New York te bekijken.

Allereerst had me ik erg verheugd op Strand Books. Na alle verhalen gelezen en YouTube filmpjes gezien te hebben was het toch echt tijd dat ik de "18 mile of books" eens van dichtbij ging zien. En ik werd niet teleurgesteld, en tegelijkertijd wel een beetje. Wat geen teleurstelling was, waren de bakken met $1 dollar boeken buiten. Tot mijn verrassing vond ik daar een uncorrected proof van Tommy Wieringa's Little Caesar. Een licht beschadigde paperback, maar wel bijzonder om één van Nederlands beste schrijvers tegen te komen op de hoek van 12th Street en Broadway. Die ging dus alvast in het mandje. Eenmaal binnen bleek Strand een winkel te zijn met heel erg veel boeken, die ogenschijnlijk heel erg chaotisch, maar vermoedelijk toch met een zekere orde, waren neergezet. Overal kasten met boeken en tafels met "Staff Picks" en speciale aanbiedingen. Maar mijn doel was de rare book room. Daar kom je alleen apart met de lift, het is onmogelijk er met de trap te komen. Dat klinkt exclusief, maar het valt best mee. Natuurlijk staan er kasten met gesigneerde exemplaren, bijzondere edities, etc. Maar het zijn zeker niet alleen maar ultra-kostbare edities.

In deze rare book room bevonden zich ook de door mij vooraf bestelde en klaargezette boeken, waaronder een gesigneerd exemplaar van Nicholas Basbanes' A gentle madness, het standaardwerk over bibliofielen. Helaas geen eerste druk, maar wel een puntgave gebonden tweede druk. Dit gesigneerde exemplaar kostte mij slechts $30, oftewel ongeveer €22,50. Maar daarnaast nog een paar lekkere boeken over boeken, zoals A passion for books van Harold Rabinowitz, en een boek van Lawrence Clark Powell met een buitengewoon originele titel: A passion for books. Curieus is ook het boekje van Rhett Moran met de titel Becoming a book scout. Anecdotes and a step-by-step guide waarin een ex-legerofficier uit de doeken doet hoe hij kon leven van het zoeken naar boeken, en tips geeft om een eigen carrière daarin op te bouwen. Zeg nu zelf: voor $4 laat je zoiets toch niet liggen. Een teleurstelling was dat ik nog maar halverwege de enorme kast met boeken over boeken was gekomen, toen bleek dat de rare book room al sloot, uren eerder dan de rest van de winkel. Er waren nog wel een paar miljoen boeken over om te zien in de rest van Strand, maar dat was niet de plek waar ik per se wilde zijn. Desondanks wist ik in de reguliere winkel nog een boekje van Nescio op de kop te tikken, de vertaling van zijn verhalen onder de titel Amsterdam stories.
In tegenstelling tot alle andere New Yorkers waren de medewerkers van Strand niet bijzonder vriendelijk. Maar wel kleurrijk - het is duidelijk dat het bij Strand belangrijk is om jezelf te zijn en dat het niet uitmaakt hoe je eruit ziet. Dus heb ik me af en toe verbaasd over het uiterlijk van de medewerkers. Maar wat maakt het uit, als je maar verstand van boeken hebt.

Natuurlijk is Strand niet het enige doel voor boeken in New York. Op basis van de website wilde ik ook Argosy van dichtbij bekijken. Argosy is een prachtige klassieke winkel, vergeleken met Strand een miniwinkel maar wel een mooie collectie. Helaas niet helemaal de collectie die ik op dat moment zocht. Ik vroeg naar de sectie 'boeken over boeken' maar ik werd verwezen naar taalkundige boeken. Daar vond ik geen aanvulling op mijn vers gekochte boeken van Strand. Maar natuurlijk kon ik de winkel niet verlaten zonder aankoop, en daarom trok ik een exemplaar van Mark Twain's The £1.000.000.000 bank note uit de kast, een speciale uitgave van de Comet Press voor relaties, in een oplage van 1700. De eigenaresse van de winkel was leuk. Klein, pinnig brilletje en opgestoken haar. Type strenge bibliothecaresse die als een waakhond over haar boeken waakte. Maar zeker niet onvriendelijk.

Leuk van Argosy was dat mijn dochter daar ook in ronddwaalde en niet weg wilde gaan. In elk geval niet zonder boek. Dat bleek later nog heviger toen we in Barnes en Noble waren aangekomen, het filiaal op Union Square. Wat een geweldige winkel, waar uren in rond te dwalen is! Verdieping na verdieping met een geweldige sortering aan nieuwe boeken. Het mandje van mijn dochter vulde zich met steeds meer boeken. Met een enorme zelfbeheersing wist ik het te beperken tot een beperkte stapel. En dan te bedenken dat het niet eens het grootste filiaal is, dat is die op Fifth Avenue, waar we helaas geen tijd meer voor hadden.

Was de New Yorkse koek toen al op? Nee, want in de buurt van ons hotel bevond zich een zogenaamde thrift shop. Een klein tweedehands winkeltje zoals we die ook wel in Nederland kennen, volgestouwd met zooi maar ook een flinke kast met boeken. Voor een paar dollar vond ik daar nog wat onmisbare boeken. De eigenaren vonden het wel komisch, zo'n Nederlands gezin. Het leverde in elk geval een cadeautje op (een lief kettinkje) en een hartelijk gesprek met een paar oer-New Yorkers.

De conclusie is dat er genoeg  adresjes zijn in New York om de boekencollectie uit te breiden. Een andere conclusie is dat er veel te weinig kilo's beschikbaar zijn om in het vliegtuig mee te nemen. Dat werd dus listig combineren in diverse koffers en handbagage, maar gelukkig konden alle boeken mee naar huis. Deze eerste keer Manhattan is in elk geval uitstekend bevallen. New York is een verslavende stad, waar elke bibliofiel volledig aan zijn trekken komt.

24 augustus, 2013

228 - Goede boekendoelen: steun boekenbehoud!

Hoewel ik inmiddels een aardige bibliotheek begin op te bouwen, realiseer ik me heel goed dat de cultuurhistorische waarde zeer beperkt is. Ik heb misschien een enkel uniek boek, maar zelfs dan niet zodanig dat musea in de rij zullen staan om het van mij over te nemen (niet het niveau van Joost Ritman bijvoorbeeld). Maar ik vind het wel belangrijk om bij te dragen aan behoud van boekhistorisch cultuurgoed. Boeken zijn dragers van cultuur en het is noodzakelijk om ze te bewaren voor toekomstige generaties. Mijn hart breekt bijvoorbeeld als ik denk aan de recente plunderingen van Egyptische musea, zoals in Minya bijvoorbeeld. Objecten die duizenden jaren hebben overleefd worden in 2013 alsnog door een domme menigte aan stukken geslagen... In Irak hebben we hetzelfde gezien. En helaas gebeurt het ook met bibliotheken.

In een eerder stukje gaf ik al een overzicht van bibliotheken die in de geschiedenis bewust werden verwoest door brand of op een andere manier. Je raakt de ziel van de tegenstander door zijn cultuur te verwoesten, maar het is een vreselijke werkwijze, hoe erg de tegenstander ook is.

Ik was in 2007 nog heel optimistisch over de bibliofiele toekomst van Timboektoe, waar onder meer door Unesco een project was gestart om de befaamde eeuwenoude boeken daar te conserveren. Helaas gooide ook hier oorlog roet in het eten. In 2012 poogden Islamitsche rebellen de cultuurschatten van Timboektoe te vernietigen, waaronder de eeuwenoude manuscripten. Gelukkig werden vele ervan tijdig verstopt en na de verdrijving van de rebellen weer teruggebracht. Daarna startte het project T160K, met als doel duizenden manuscripten in Timboektoe te conserveren en te bewaren voor toekomstige generaties. Ik heb hier enthousiast financieel aan bijgedragen, en dat leverde mij het bijgaande certificaat op. Alle boekenliefhebbers worden opgeroepen dit initiatief mee te ondersteunen?

Maar ik heb niet alleen een warm hart voor projecten ver weg, ook die dichtbij kunnen op sympathie en ondersteuning rekenen. Ons eigen prachtige boekenmuseum Meermanno in Den Haag heeft te kampen met teruglopende geldstromen en is daarom het project Boek zoekt vrouw, man en bedrijf gestart met als doel fondsen te werven voor het behoud van specifieke boeken. Het leuke is dat je op de site van het project zelf boeken kan kiezen om te adopteren. Na lang wikken en wegen heb ik gekozen voor een Utrechts getijdenboek uit circa 1460. Als dank voor mijn bijdrage kreeg ik wederom een prachtig certificaat (en een boekje van Meermanno als cadeau).

Het is mooi om op deze bescheiden schaal te kunnen bijdragen aan behoud van boeken in deze wereld. Misschien bezit ik op een dag ook boeken van het formaat Ritman, Meermanno of Timboektoe. Tot die tijd zal ik dergelijke boeken blijven steunen als ze een extra financiering nodig hebben zodat toekomstige generaties er van kunnen blijven genieten.

20 juni, 2013

227 - Bibliofiel getweet

Als er iets in tegenspraak is met bibliofilie is dat misschien wel Twitter. Er is bijna niets vluchtiger dan Twitter (of het moeten de schrijfsels van Kluun zijn) en dat lijkt in tegenspraak met bibliofilie. Maar er zijn bibliofielen die twitteren en dat levert soms boeiende informatie op. Zelf check ik bij tijd en wijle Twitter om te zien wat bibliofielen loslaten, vooral als ik mij bijvoorbeeld in de trein onnoemelijk zit te vervelen (vrij naar Godfried Bomans) omdat ik vergeten ben een extra boek mee te nemen en als kettinglezer afkickverschijnselen krijg.

Soms levert dat een plaatje op om over te glimlachen (vooral door de onmiskenbare waarheid):

Wat ik verder nogal eens zie is dat het woord "bibliophile" wordt gebruikt bij woordquizzen en radiospelletjes. Kennelijk is het een moeilijk woord en moet regelmatig de betekenis ervan de wereld in geslingerd worden c.q. kunnen er prijzen worden gewonnen als je het woord kent. Hilarisch is het als iemand denkt dat het woord bibliofiel een scheldwoord is.

Maar meestal weet ik de overgebleven tijd tijdens de treinreis aardig te vullen met de berichtjes die voor bibliofielen de wereld in worden geslingerd. Zoals een overzicht met de twintig meest creatieve boekenplanken, een artikel over een moedige Birmese bibliofiel die een eigen bibliotheek startte (terwijl de straf voor elk niet-goedgekeurd boek op 3 maanden cel staat!), een verontrustend artikel in de New Yorker over het vergeten van gelezen boeken, ontboezemingen van mede-bibliofielen, een aankondiging van een tentoonstelling over bibliofiele kunst waar ik niet heenga en een verslag van hoe een bibliotheek in Urbana (Illinois) rücksichtlos huishoudt in het eigen bezit, tot ontzetting van de omgeving. Over het algemeen is de trein dan al op de plaats van bestemming, maar soms heb ik nog tijd voor een artikel uit Der Spiegel over de geredde boeken van Timboektoe die nu door schimmel worden bedreigd. Een reddingsactie is opgezet via Indiegogo en ik heb direct een bijdrage van 30 euro gestort. Zo wordt in elk geval één manuscript gered en op dat manuscript zal mijn naam worden vermeld. Help mee om het doel van 100.000 dollar te bereiken!

Twitteren over deze bijdrage mag natuurlijk!

24 mei, 2013

226 - Bibliofielen onder elkaar

Ik was laatst op bezoek bij mijn oude oom, de boekenverzamelaar. Hoewel hij al boven de 70 is en zijn gezondheid steeds slechter wordt, blijft hij gefascineerd door boeken en het verzamelen van boeken over zijn favoriete onderwerpen.

Niet mijn oom, maar zo had het er
naar mijn idee uit kunnen zien...

Elke keer als ik er ben geniet ik van de verhalen over hoe hij zijn hele leven bezig is geweest zijn boeken te verzamelen. Hoe hij decennia geleden uit de lokale kranten de aankondigingen van rommelmarkten en bazaars knipte die in de stad werden gehouden en vervolgens met zijn brommertje al de adresjes afging. En hij heeft dezelfde ervaring als wij allemaal: op de meest onverwachte plekken worden de mooiste vondsten gedaan. Maar ook de verhalen over zijn wekelijkse bezoeken aan De Slegte, en hoe de inkoper daar boeken apart hield die voor hem interessant waren. Ook die klantgerichtheid van De Slegte kennen wij allemaal: hoe geweldig is het als een antiquariaat rekening houdt met klanten met specifieke interesses zodat er een extra paar ogen is dat de stroom van boeken in de gaten houdt.

Hoewel hij wat kortademig is lijkt het elke keer alsof hij dringend al zijn verhalen nog moet vertellen, voordat het te laat is. In no-time is hij dan buiten adem en dan kan ik tenminste ook eens iets vertellen. En hoewel er soms jaren tussen onze bibliofiele belevenissen zitten, blijken onze ervaringen bijna identiek te zien. Of het nu de 21e eeuw is of halverwege de 20e: boekenverzamelaars veranderen nooit.

Het mooie van mijn oom vind ik dat het hem ook echt om de inhoud van de boeken gaat: hij leest ze allemaal en het maakt hem eigenlijk niet uit welke druk hij van een boek heeft of wat de staat is: als hij er maar een exemplaar van heeft. En dus zijn er een heleboel mooie verhalen over de inhoud van al die boeken, waarom ze zo bijzonder zijn en welke verrijking ze voor hem zijn. Zelfs als de omslag gescheurd en vlekkerig is, er pagina's ontbreken en het geheel niet om aan te zien is. Als het relevant is voor zijn verzamelgebied, koopt hij het.

Het bijzondere vind ik ook dat ondanks zijn leeftijd en ondanks de leeftijd van zijn verzameling, hij nog precies weet wat hij wel en niet heeft. Hij vroeg mij of ik op internet wilde zoeken of er boeken van een bepaalde serie uit de jaren '30 te koop waren. Ik had een stapel printjes bij me van boekwinkeltjes.nl, antiqbook.nl en marktplaats.nl met de resultaten van mijn zoektocht. En toen we de lijst langs liepen wist hij precies te zeggen welke hij had, en welke niet. Of van welke hij meer exemplaren had. En dat van een serie die uit tientallen exemplaren bestaat in een verzamelng met duizenden boeken! Ik zou willen dat ik zo'n goed geheugen had: ik ben altijd blij dat ik alles in LibraryThing heb staan, regelmatig kom ik er in een antiquariaat vlak bij de kassa achter dat ik een bepaald boek toch al heb. Maar dat zal mijn oom dus niet snel gebeuren.

Zoals altijd is er ook een bepaalde competitie tussen verzamelaars. Ik moest natuurlijk mijn redelijk recent gekochte uitgave uit 1522 laten zien. Toen ik het hem gaf moest hij lachen, schuifelde naar een kast en haalde vervolgens een prachtige antieke Franse uitgave van Ovidius tevoorschijn. Met veel genoegen zaten we elkaars oudheden te bewonderen. En stiekem vond ik het toch leuk dat mijn uitgave net iets ouder was dan van hem. Maar hij beloofde mij vervolgens dat hij zijn Ovidius apart zou houden voor mij voor als hij er niet meer was.

Nog steeds verzamelt hij boeken alsof hij nog jaren te gaan heeft. Hij kijkt nog steeds door veilingcatalogi om te zien of er aanvullingen op zijn verzameling zijn. Maar tegelijkertijd ruimt hij ook veel boeken op, zodat hij echt overhoudt wat belangrijk is. Ik vind het mooi om te zien dat iemand zijn collectie zo serieus neemt. Ooit zal duidelijk worden welke pareltjes er tussen zitten. Maar ook nu is er al af en toe een verrassing. In de lijst met serie boeken die ik had geprint van antiqbook.nl stond er eentje als 'bijzonder zeldzaam' aangemerkt en de prijs was zo ongeveer het tienvoudige van andere delen van de serie. Dit verbaasde mijn oom, want hij had van die bewuste uitgave twee exemplaren in bezit. Beide gekocht tijdens een van zijn vele tochten langs rommelmarkten en bazaars, ergens in een uithoek van de stad. Hij had nooit gedacht dat hij iets bijzonders had gevonden. En ook dat is een ervaring die wij allemaal hebben: de mooiste schatten liggen zomaar op onverwachte plekken op ons te wachten.

Ik kijk uit naar een volgend bezoek. Lekker ongecompliceerd praten over boeken is toch het leukste dat er is. En ik weet nu in elk geval dat bibliofilie ook genetisch is bepaald: het heerst bij ons in de familie. Wat er met zijn boeken gebeurt als hij overlijdt weet ik niet. Maar ik hoop dat zijn jaren van inspanning en zorgvuldige zoektochten niet vergeefs zijn geweest en dat zijn verzameling intact blijft voor een liefhebber.

Naschrift: mijn oom is inmiddels overleden. Lees het bericht hier.

28 april, 2013

225 - De weg naar mijn boekenkast

Dat zich continu een gestaag stroompje boeken naar mijn boekenkast begeeft blijft mij altijd weer verbazen. Bijna routineus spot ik online en offline de plekken waar mogelijk boeken te koop zijn en altijd is er wel weer een boek waarvan ik niet van tevoren wist dat ik het wilde hebben, maar dat intussen in mijn boekenkast staat. Zo was ik afgelopen week in Nieuwegein. En omdat vrijwel elke gemeente wel een kringloopwinkel heeft en elke kringloopwinkel een boekenafdeling, maakte ik tussen twee vergaderingen even tijd om naar de Utrechthaven 5 te gaan. Een korte tijd later liep ik tevreden naar buiten met een genummerd exemplaar van Niccolò Ammaniti's Het laatste oudejaar van de mensheid. Het was nummer 59 van de 100 exemplaren die Uitgeverij Lebowski ter gelegenheid van de jaarwisseling aan relaties had gestuurd. Hoe nummer 59 ooit in de kringloopwinkel in Nieuwegein terecht is gekomen zal altijd wel een raadsel blijven. Maar gelukkig geldt dat raadsel niet voor andere boeken.

Een paar weken geleden zag ik een paar advertenties voor uitgaven van Stichting de Roos, toch altijd nog mijn favoriete bibliofiele serie, op Marktplaats staan. De aanbieder woonde in Utrecht en omdat ik daar toch moest zijn, bood ik aan ze op te komen halen. Los van het feit dat ik ze voor een mooie prijs mee kon krijgen, was het ook een kans om meer te weten van de herkomst van de boeken: van wie waren ze en waarom werden ze verkocht?

Maar sta mij toe de hoofdpersonen van dit stukje te introduceren. Het gaat achtereenvolgens om:
The hunting of the snark van Lewis Carroll uit 1966
Kindje wiegen van Jan Engelman uit 1975
Muzikale beelden
van Willem Wilmink uit 1995
Parijs journaal van Anneke Brassinga uit 2004

Vier boeken die samen bijna 40 jaar omspanden. Anders dan de eigenaar kon ik verder geen overeenkomst tussen de boeken ontdekken. Waarom deze vier? Wellicht kon de bijna ex-eigenaar er meer over vertellen.

De verkoper woonde in een prachtig huis in hartje Utrecht. Zij vertelde dat haar man een aantal keer door de Roos was gevraagd om illustraties te verzorgen voor uitgaven. Hoewel ik niet verder kwam dan de hal van het huis zag ik daar ook een paar fraaie etsen hangen. Die waren ook van haar man. Kortom, hier woonde een echtpaar omringd door de schone kunsten die ook hun bijdrage hadden geleverd aan mooie uitgaves van het bibliofiele boek. Niet dat de door mij gekochte boeken per se door haar man waren geïllustreerd, maar wie regelmatig met De Roos samenwerkt doet dus ongetwijfeld een paar leuke uitgaven op.

Het werd mij niet helemaal duidelijk waarom juist deze 4 verkocht werden. Misschien wel omdat die geen etsen van de echtgenoot bevatten. Wat mij ook niet helemaal duidelijk werd, was of het huis nog meer schatten bevatte: waren er nog meer uitgaven van De Roos beschikbaar? Of andere bijzondere boeken? Wat zou ik graag eens in de boekenkasten kijken. Maar zover kwam het natuurlijk niet. Ik heb wel gezegd dat als er nog iets opdoek, ik sowieso geïnteresseerd was.

Maar voorlopig bleef het bij deze vier. Ze staan in mijn immer groeiende rijtje uitgaven van De Roos. En ik kan weer genieten van de bijzonderheden van deze uitgaven. Zoals de uitklapbare illustraties in het boek van Brassinga, de tekeningen in het boek van Wilmink of de opmaak van het boek van Carroll. Elke uitgave van De Roos kent zijn eigen bijzonderheden en zijn daarom uniek, omdat ze uitdrukking geven aan de samenwerking tussen verschillende kunstenaars en auteurs. Genieten!

03 april, 2013

224 - Het antiquarische circuit

Vandaag kocht ik bij een Bruna in Den Haag het nieuwste deeltje in de serie Literaire Juweeltjes. De goedkope maandelijkse kleine boekjes die nu al enkele jaren verschenen lagen zoals altijd in hoge stapels in de winkel.

Opmerkelijk was het naschrift in het Literair Juweeltje van deze maand. Daar stond namelijk:
Het bosgraf verscheen als een van de allereerste Literaire Juweeltjes in 2006 en is sindsdien een veel gezochte titel in het antiquarische circuit.
Het is kennelijk mogelijk dat een boekje uit de serie Literaire Juweeltjes zodanig gewild is, dat de uitgever (die vermoedelijk bestookt werd door mails van wanhopige fans) genoodzaakt was het verhaal opnieuw te publiceren. Tot grote opluchting van die uitgever bleek dit mogelijk, want na ongetwijfeld spijkerharde onderhandelingen:
... stelde de auteur ons in de gelegenheid Het bosgraf te herdrukken, opdat het verhaal ook voor nieuwe lezers beschikbaar is.
Ik heb een tijdje geprakkiseerd over dit naschrift. Allereerst over dat antiquarische circuit. Is dat de plek waar oude boeken in hoog tempo rondjes rijden? Of wordt daarmee een circuit van handelaren in tweedehands boeken bedoeld? Dat laatste zou betekenen dat het antiquarische circuit onder meer bestaat uit de winkels van De Slegte en collega's, marktplaats.nl en boekwinkeltjes.nl.

Ik besloot de proef op te som te nemen en te zien of dit antiquarische circuit een de mogelijkheid bood deze kennelijk veel gezochte titel aan te schaffen. De Slegte heeft op dit moment twee exemplaren van Het bosgraf beschikbaar, respectievelijk in Leiden (€ 4) en Brugge (€ 4,50).  Op boekwinkeltjes.nl worden nog eens 12 exemplaren aangeboden voor een bedrag tussen € 2 en € 5. En markplaats.nl telt 14 advertenties met Het bosgraf, met prijzen vanaf € 1.

Deze korte verkenning van het antiquarische circuit leert mij dat ik vanavond nog tenminste 28 exemplaren van Het bosgraf zou kunnen bezitten voor gemiddeld 2,5 euro per stuk. Ik vind persoonlijk één bosgraf wel genoeg, maar het is mij dus een raadsel waar de uitgever zijn stelling op baseert dat deze titel veelgezocht is, zelfs zodanig dat het dringend herdrukt moest worden.

Als ik verder op marktplaats kijk, worden literaire juweeltjes meestal per set aangeboden: met tientallen tegelijk, tot een maximum van 83 stuks (voor € 160). De duurste afzonderlijke titel is Zielenschemering van Couperus voor € 9,50 en daarna Het team der wezen van Brusselmans voor € 7,50. Beide zijn - voor wie even verder zoekt op deze site - ook voor een euro te koop. Ik heb overigens nooit begrepen wat mensen drijft om zulke relatief absurde bedragen voor dit soort boekjes te vragen. Net als andere boeken: veel op Marktplaats is wanhopig hoog geprijsd, en daarmee onverkoopbaar.

Misschien ben ik er echter zelf wel deels de oorzaak van. In een stukje over de toen nog jonge serie Literaire Juweeltjes uit 2006 beschreef ik de moeite om Niemand op heel Vlieland  te vinden van Vonne van der Meer, en constateerde ik dat de prijs opliep tot wel € 15. Deze opmerking van mij heeft vervolgens Wikipedia gehaald (zie hier, jammer genoeg zonder bronvermelding). De macht van de blogger! Want dit suggereert dat boekjes die in het geheel niet zeldzaam zijn toch waarde hebben. De quote uit Wikipedia wordt kennelijk vervolgens grif gelezen, voor waar aangenomen en vertaald in hoge vraagprijzen, maar ook overgenomen door deze site, die van de weeromstuit de prijs van het boekje van Van der Meer verdubbelt ten opzichte van de andere juweeltjes.

Het zijn eigenlijk net aandelen, die boeken. Het minste gerucht is genoeg om de prijs op te jagen. Misschien ga ik op deze manier - via de Wikipedia-route - de waarde van mijn andere boeken ook maar eens opvoeren. Wisten jullie bijvoorbeeld dat voor het recente boekenweekgeschenk van Kees van Kooten grif tientallen euro's wordt betaald in het antiquarische circuit? Voor wie heel snel reageert heb ik er nog ééntje liggen...

23 maart, 2013

223 - Feest der letteren 2013

Net als andere jaren keek ik ook dit jaar weer uit naar het Feest der Letteren in de Bijenkorf. Ik keek uit naar de kleine tafeltjes met lange rijen, de krappe doorloop en naar het laten signeren van allerlei boeken die al lang in mijn boekenkast staan. En zoals ik erover scheef naar aanleiding van de editie 2009, de editie 2011 (deel 1, deel 2, deel 3) en de editie 2012 (deel 1, deel 2) zal ik ook schrijven over de editie 2013.

Ondanks dat ik intussen al heel wat gesigneerde boeken in mijn bibliotheek heb, verbaast het mij dat ik nog zoveel boeken heb die een handtekening nodig hebben. Deze keer waren de oude getrouwen Jan Siebelink, Geert Mak en Anna Enquist aangekondigd, maar daarnaast een paar 'debutanten' in de Bijenkorf, althans wat mij betreft. Net als andere jaren vond ik het overigens best rustig in De Bijenkorf. Na de eerste drukte waren er al snel tafels zonder wachtende lezers, zodat de auteurs maar met elkaar gingen praten. En ook miste de jaarlijkse eigen uitgave van De Bijenkorf ter gelegenheid van de literaire boekenmaand. Vanaf de eerste uitgave van W.F. Hermans uit 1985 tot de Inflatiekroketten van Sylvia Witteman uit 2012 was elk jaar een boekje verschenen. Maar dit jaar dus niet. Is ook aan deze traditie een einde gekomen?

Maar gelukkig waren er nog wel de auteurs. Tot mijn grote plezier was bijvoorbeeld Oek de Jong aanwezig. Zijn boek Opwaaiende Zomerjurken vond ik als scholier al een verpletterende leeservaring en sindsdien waren er wel wat titels bijgekomen. Dat was het eerste stapeltje in mijn tas. In mijn standaardrondje langs Amsterdamse antiquariaten voordat ik naar de Bijenkorf vond ik zowaar nog een exemplaar van zijn verhaal De geit, in 1989 als nieuwjaarsgeschenk verschenen bij Meulenhoff. Dit kleine boekje verraste Oek de Jong, hij zag het niet vaak. Net als het losse verhaal Lui oog dat verscheen in de serie "Vertellingen voor één nacht" van Meulenhoff. Beide heeft hij daarom met veel plezier gesigneerd.

Een andere auteur op die dag was Remco Campert. Vorig jaar zou hij er ook zijn, maar had hij zijn arm gebroken. Dat signeert natuurlijk lastig, dus was er geen gelegenheid om mijn boeken te laten signeren. Maar dit jaar had ik onder andere zijn debuut Vogels vliegen toch bij mij, en deze is nu voorzien van een handtekening van de auteur. En in diezelfde ronde langs Amsterdamse antiquariaten vond ik tot mijn grote verrassing bij Kok in de Oude Hoogstraat de langgezochte lezing van Campert in het kader van de boekenweek 1985 met de titel Somberman's maandag. Voor 2 schamele euro's, terwijl deze uitgave elders tot wel 45 euro moet kosten. En nu is mijn exemplaar ook nog gesigneerd. Net als de speciale uitgave Bewaarplaats, door Campert geschreven ter gelegenheid van de viering van het vijftigjarig bestaan van het Letterkundig Museum te Den Haag op 3 december 2004 (lees hier waar ik dit werkje kocht). Hoewel ik daar heel blij mee ben, ben ik ook wel bezorgd: ik vond Campert erg breekbaar en oud geworden. Ik wens hem een lang leven toe, maar het wordt steeds zichtbaarder hoe oud hij wordt.

Naast deze auteurs was er natuurlijk Kees van Kooten. Eindelijk kon ik mijn boeken van hem ook laten signeren. Uit één boek dwarrelde een herinneringskaartje: ik bleek het gekregen te hebben bij mijn eindexamen middelbare school. Het stond dus al heel wat jaren in mijn kast, maar nu met de erkenning door de auteur in de vorm van een handtekening. Net zoals een heel serie andere boeken van Van Kooten.

Erg grappig was de ontmoeting met Yasmine Allas. Van haar had ik bij Kok het essay Ontheemd en toch thuis gekocht en zij moest lachen toen ze het zag. Kennelijk had ze niet gedacht het nog eens te zien. Eerlijk gezegd begreep ik de humor ervan niet, maar ik ben blij met een gesigneerd exemplaar. Net zo leuk was het contact met Jan Siebelink. Eindelijk had ik een eerste druk van Knielen op een bed violen gevonden, via Marktplaats natuurlijk, en samen bladerden we door het boek om vast te stellen dat het daadwerkelijk een eerste druk was. En ook deze prijkt nu met handtekening in de kast. Ook een exemplaar van zijn roman Oscar die ik die dag bij De Slegte in de Kalverstraat vond is nu gesigneerd. Verder was er nog Wim Hazeu. Bekend van de boekenweek-uitgave 40+ Literaire Radioportretten waarin hij de grappige opdracht schreef dat hij inmiddels 70+ was in plaats van 40+... Hazeu stond met iemand te praten toen ik er aan kwam. Mijn zojuist bij Kok gekochte roman van hem De helm van aarde uit 1981 herkende hij al van ver. "Daar komt iemand met De helm van aarde, zei hij, dus nu moet ik signeren!".

Met Tommy Wieringa praatte ik een tijdje over zijn roman Joe Speedboot. Hij vroeg mij wat ik er van vond - en ik vertelde hem dat ik het een geniaal boek vind. Dat vond Wieringa zelf ook. Hij vertelde dat hij recent een meisje had ontmoet die had gezegd dat ze het niet zo'n goed boek vond, omdat er weinig in gebeurde. Wat mij betreft lijkt het verhaal op een achtbaan en is het een aaneenschakeling van gebeurtenissen. Maar, aldus Tommy Wieringa, het was een heel mooi meisje dus hij vond het niet zo erg wat ze van het boek dacht.

Geheel verzadigd door al deze contacten en door een hele stapel vers gesigneerde boeken, ging ik huiswaarts. Ik hoop maar dat er volgend jaar weer een editie van het Feest der Letteren is. Alle ongesigneerde boeken in mijn boekenkast kijken er in elk geval reikhalzend naar uit.

24 februari, 2013

222 - Start spreading the news...

Zo begint het beroemdste liedje over de Big Apple. En komende zomer zal ook ik daar een ruime week vakantie vieren: de reis is geboekt! Dat vereist natuurlijk een grondige voorbereiding: welke antiquariaten bevinden zich waar en wat zijn de boekwinkels die ik beslist niet mag overslaan?

Eén adres ligt uiteraard voor de hand: The Strand, op de hoek van 12th Street en Broadway. De boekwinkel met 24 kilometer boekenplank die wereldwijd legendarisch is.

Los van het feit dat ik The Strand grondig moet doorzoeken, is er één man die ik daar per se wil ontmoeten: Ben McFall. Dit is de man die al 35 jaar de afdeling fictie onder zijn hoede heeft en bekend staat als degene die alles weet. In de New York Times van 20 januari 2013 verscheen een prachtig artikel over hem. Mooie quote:
Back at his stall, he resumed his incessant sorting and culling of books that are carted over nonstop from the buying counter in the rear of the store.
There, the buyers — headed by the Strand’s owner, Fred Bass, 84, whose father, Benjamin Bass, opened the store in 1927 — acquire books all day long and pass all the fiction to Mr. McFall’s book-strewn nook a few shelves away.
“I like this spot because I can hear Fred but he can’t hear me,” the soft-spoken and unflappable Mr. McFall said. “That’s how I like it, because I like to say what I think.” 
 En deze:
He took a job at the Strand in 1978.
“Back then, it was a cruel place; I was the first nice person to work here,” Mr. McFall said.
Mr. Bass immediately assigned him to organize the store’s fiction section. Mr. McFall said he had spurned offers to manage other bookstores, and added, “I’m perfectly willing to sell low-end dresses here if it means keeping the Strand in business.” 
Deze man wil ik de hand schudden. En hem vragen mij te helpen met een grote stapel boeken naar buiten te lopen. En vervolgens mijn weg vervolgen naar een paar volgende adressen, waaronder Argosy (116 East 59th). En heeft iemand vervolgens nog tips?

24 januari, 2013

221 - Goede mensen

Zo luidt de titel van deze nieuwe, schitterende, roman van de Israëlische schrijver Nir Baram. Maar veel goede mensen heb ik in het boek niet in kunnen ontdekken. Wel een fascinerend en dramatisch verhaal dat zich afspeelt in Duitsland, Polen en Rusland in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog (vanaf de Kristallnacht) en de eerste jaren van die oorlog (tot de Duitse inval in Rusland).

Centraal staan de gebeurtenissen van twee mensen, de Duitser Thomas en de Joodse Russin Sasja, die zich staande proberen te houden terwijl twee totalitaire systemen hun land, hun families en hun leven overweldigen. Elk op hun eigen manier proberen ze te overleven en ze maken daarbij keuzes waardoor ze zelf overleven maar de mensen die hen dierbaar zijn moeten verraden. Ze worden verblind door eerzucht en door het verlangen hun familie te redden. En dat niet alleen: uiteindelijk worden ze onderdeel van het systeem dat hen wil vernietigen, en ze dragen zo bij aan de dood van nog veel meer anderen. Thomas, doordat de resultaten van zijn werk door de Nazi's worden gebruikt om hele groepen in de Duitse en Poolse samenleving te vermoorden en Sasja omdat zij in dienst staat van de zuiveringsacties van Stalin.

Het boek laat op aangrijpende manier zien hoe machteloos Thomas en Sasja elk op hun manier zijn om zich te verzetten tegen de gebeurtenissen om hen heen. Elk stap die ze zetten brengt schade in hun omgeving, terwijl ze wanhopig proberen de gebeurtenissen te rationaliseren en een uitweg uit de rampspoed te rationaliseren. Maar om hen heen stort de wereld in. De gruwelijkheden volgen elkaar op. Wat knap is in de beschrijvingen van Baram is dat hij die niet expliciet beschrijft, maar flitsen toont. Juist door de afwezigheid van expliciete beschrijvingen komen die situaties hard binnen. De paniek onder de Joden in Duitsland voor de oorlog en de onmogelijkheid te ontsnappen. De angst onder de Joden in Polen na de bezetting, weergegeven in een beeld van joodse vrouwen in verschoten kleren en kale schoenen, die proberen een visum te krijgen. Een schijnwerper die kort schijnt op naakte gevangenen. En Thomas die het ziet maar alles ontkent, en zich blijft rechtvaardigen, zich wentelt in zijn eigen leed en niet wil zijn dat om hem heen duizenden worden vermoord. Evengoed Sasja, die bereid is honderden naar Siberisch kampen te sturen om haar broer te redden - iets wat uiteraard niet lukt.

Is dit dan een somber boek? Gek genoeg niet per se, het is gewoon heel goed en meeslepend geschreven. Om en om een hoofdstuk waarin dan weer Sasja, dan weer Thomas centraal staat. Uiteindelijk ontmoeten ze elkaar in een laatste onmogelijk plan om te overleven - zonder succes uiteraard. Het is een boek dat je beetpakt en niet loslaat, dat je aan het denken zet en dat op een unieke manier een beeld schetst van hoe gewone mensen proberen te overleven in een dictatuur. Lezen dus! Of lees anders nog wat recensies: hier, hier en hier.

02 januari, 2013

220 - Hoogtepunt van Nescio eindelijk in mijn verzameling

De najaarsveiling van Bubb Kuyper leverde mij deze keer eindelijk het boek op waar ik al zoveel jaar naar op zoek ben: één van de vijfhonderd exemplaren van de eerste druk van Nescio's Dichtertje/De Uitvreter/Titaantjes uit 1918, uitgegeven door de Haarlemse uitgever J.H. de Bois.

Dit boek is wat mij betreft één van de klassiekers in de Nederlandse literatuur, een iconisch en monumentaal boek dat lange tijd onbereikbaar voor mij was. Zo'n eerste druk van dit boek is hoort in de categorie uitzonderlijke boeken waartoe bijvoorbeeld ook Multatuli's Max Havelaar, De Avonden van Reve, De Donkere Kamer van Damocles van Hermans en Terug tot Ina Damman van Vestdijk behoren. Van al die boeken heb ik geen eerste druk in bezit, maar van Nescio nu wel.

Trouwe lezers van dit blog weten dat ik met enige regelmaat somberde over het feit dat dit boek in mijn verzameling ontbrak. Zoals toen bij de najaarsveiling van Van Stockum in 2011 een exemplaar werd aangeboden (lees hier mijn verdriet). Bij Bubb Kuyper werden dat najaar trouwens een fraai exemplaar voor € 700 en een beschadigd exemplaar voor € 250 afgehamerd, maar ik had mijn kaarten op het exemplaar van Van Stockum gezet. En al in mijn allereerste blogbericht ooit, in juli 2004, beklaagde ik mijzelf dat dit boek gelet op de zeldzaamheid en waarde waarschijnlijk altijd buiten mijn bereik zou blijven. Gelukkig is al die treurigheid geen werkelijkheid gebleken want ik koester nu mijn eigen exemplaar van dit boek, dat in 1918 nog zo slecht verkocht (in 10 jaar slechts 300 exemplaren) maar uiteindelijk uiterst zeldzaam is gebleken. As we speak wordt er op boekwinkeltjes.nl bijvoorbeeld een exemplaar aangeboden voor € 1200. Toch is het opmerkelijk dat nu ineens meerdere exemplaren op veilingen belanderen. Overlijdt een generatie oudere verzamelaars? Raakt Nescio langzamerhand uit de gratie? En dat terwijl we in 2015 gaan vieren dat Titaantjes een eeuw eerder werd gepubliceerd. Hopelijk leidt dat gegeven tot een nieuwe Nescio-revival.

Nu gebiedt de eerlijkheid mij wel te zeggen dat ik geen fris en onbevlekt exemplaar heb gekocht. Ongeveer de helft van het omslag aan de voorkant zit los, de rug is beschadigd en het binnenwerk is ook wat lossig. Verder hebben enkele eerdere eigenaren hun naam achtergelaten in het boek. Maar dat maakte het boek wel betaalbaar en de uitdaging is wat mij betreft om het boek weer in betere staat te laten brengen: boekreparatie dus.

Alleen, hoe doe je dat, zonder een boek te verwoesten? Ik deed navraag bij collega-blogger Nick ter Wal, die werkzaam is bij antiquariaat Fokas Holthuis en dus verondersteld mag worden kijk op dit soort zaken te hebben. Hij gaf mij een paar mooie afwegingen rond het al dan niet laten restaureren van het boek plus de naam van een boekrestaurator waar Fokas Holthuis veel mee werkt: Henk Linde in Nootdorp. Eén van de voorbeelden op de site (zie foto rechts) laat een exemplaar van Nescio's debuut zien waarvan de beschadigingen sterk lijken op de mijne. Dat geeft goede hoop. Sterker nog, ik heb nog een paar beschadigde eerste drukken van Bordewijk (oa Blokken en Bint) die ik nauwelijks durf aan te raken uit angst voor definitieve vernietiging, waarvoor ik ineens hoop zie. Binnenkort ga ik mijn boeken bij Henk Linde laten zien om te bekijken wat er allemaal mogelijk is.

Die laatste veiling van Bubb vond overigens op een voor mij geheel nieuwe wijze plaats. Het is namelijk via de site Artfact.com mogelijk om zowel live mee te kijken met de veiling (via een webcam in de veilingzaal) als direct online mee te bieden. Voor dat laatste betaal je natuurlijk naast de gebruikelijke opslag aan het veilinghuis ook nog een percentage aan Artfact, maar het is voor de boekenliefhebber een verslavend tijdverdrijf: niet alleen bij Bubb Kuyper, maar talloze internationale boekenveilingen zijn op deze manier te volgen. Ik heb dus een paar aangename uurtjes virtueel in de veilingzaal van Bubb Kuyper doorgebracht, kon live meemaken dat ik de Nescio won (en een paar andere kavels verloor) maar heb mij ook verbaasd over sommige kavels die ineens heel populair bleken. Zoals een hele serie uitgaven van de Hakluyt Society die soms ver boven de geschatte prijs werden verkocht. Ik had er nog nooit van had gehoord, maar deze organisatie blijkt al sinds 1847 periodiek maritiem-historische uitgaven te publiceren en er waren een paar verzamelaars die hun zinnen op de aangeboden kavels hadden gezet. Dat is dan altijd fascinerend om te zien. Ik ben blij dat de Nescio-verzamelaars het bij de veiling van Bubb Kuyper verder lieten afweten en mij dit boek gunden voor het mooie bedrag van € 300.