18 april, 2012

204 - Feest der Letteren - II

Ik schreef al over een aantal vrouwelijke aanwezigen bij het Feest der Letteren in de Amsterdamse Bijenkorf, aan het begin van de boekenweek 2012. Maar nu over de mannen.

Er waren een paar onvermijdelijke aanwezigen. Allereerst natuurlijk Tom Lanoye, tevens auteur van het boekenweekgeschenk. Ik blijf het het hinderlijk vinden dat de auteur van het boekenweekgeschenk wel aanwezig is, maar dat het boekenweekgeschenk dan nog niet beschikbaar is. Ik heb dus wel een aantal boeken laten signeren door de hele vriendelijke Vlaming Lanoye, maar toen ik een paar dagen later het boekenweekgeschenk kreeg was hij natuurlijk in geen velden of wegen te bekennen. Waar is de auteur als je een handtekening nodig hebt? Datzelfde geldt overigens voor Nico Dijkshoorn. Ik ben niet van plan ooit iets van hem te lezen, maar zijn boekenweekessay hoort natuurlijk in mijn CPNB-verzameling. Maar die zaterdag in de Bijenkorf had ik niets te signeren voor hem.
Ik moet trouwens eerlijk bekennen dat ik tot op heden nog nooit een boek van Lanoye had gelezen. Dus binnenkort moet mijn gesigneerde exemplaar van Alles moet weg eraan geloven.

Een tweede onvermijdelijke aanwezige was Adriaan van Dis, als hij niet in Indonesië is, dan is hij wel in de Amsterdamse Bijenkorf. Ik had maar weer eens een stapeltje nieuwe Van Dis-aanwinsten bij mij, maar mij wachtte een teleurstelling. Van Dis bleek last van zijn arm te hebben en kon daardoor niet signeren. Hij signeerde met een stempeltje. Hij vertelde erbij dat hij het stempeltje had laten maken langs de kant van de weg ergens in Indonesië. Maar ook het stempelen ging niet altijd even goed en één stempel ging scheef. Als troost kreeg ik er een tweede stempeltje bij: van de Eiffeltoren. Zo zijn Indonesië en Parijs weer eens verbonden. Maar ik wil natuurlijk per se een handtekening van Van Dis. Ik zal dus bij een volgende gelegenheid met hetzelfde stapeltje boeken (en een paar erbij waarschijnlijk) wederom langs Van Dis moeten gaan om de felbegeerde handtekening te krijgen.

Wie zich ook trouw in Amsterdam meldt is Jan Siebelink. Na de signeersessie van 2011 had ik niet veel nieuws bij me: alleen een Literair Juweeltje dat hij schreef. Maar veel of weinig boeken, Jan Siebelink is iemand die houdt van grondig en zeer zorgvuldig signeren. Ik bedankte hem voor de uitvoerige signatuur. Hij zei vervolgens: ik zal blijven schrijven, komt u dan maar weer laten signeren. Dat heb ik hem van harte beloofd.
Eén ding frustreert mij echter: ik ben al jaren op zoek naar een eerste druk van zijn grote roman Knielen op een bed violen. Dat boek heeft tientallen drukken gehad, maar ik wil de eerste gebonden druk. Echter: deze is nergens te vinden. Niet op mijn vaste adresjes (Antiqbook, Boekwinkeltjes.nl), niet op Marktplaats, niet bij veilingen: onvindbaar. Toch zijn er meer dan 10.000 gemaakt. Ik hoef er maar één te hebben om te laten signeren door Siebelink zelf. Maar waar is mijn toekomstige exemplaar?

De laatste die ik verblijdde met mijn boekenbezit was Geert Mak. Een jaar eerder was ik al mijn Makjes vergeten mee te nemen en ik hoopte al dat hij er weer zou zijn. En dat was zo! Ik verontschuldigde mij voor de hele stapel die ik bij mij had (ook een aantal anderen in de rij zag ik fronsen). Maar Mak vond het niet erg: "deze gelegenheid is er voor", zo stelde hij mij gerust.Toen mijn exemplaar van Amsterdam op steen aan de beurt was voor een signatuur, merkte hij verbaasd op: "dat is een zeldzame!". We hebben nog even gekeuveld hoe ik er aan kwam (bedankt, Theo!) maar ook deze is nu voorzien van een krabbel van Mak (stukken minder grondig dan Siebelink).

En zo eindigde weer een signeermiddag in de Bijenkorf. Na afloop met mijn lief nog even een taartje gegeten bij de Bijenkorf en door Amsterdam gekuierd. Maar toen mijn armen langzaam losraakten van mijn schouders door het gewicht van de tassen met boeken, hielden we het toch maar voor gezien.

Op naar volgend jaar voor een volgend Feest der Letteren! Mijn boeken zijn er klaar voor. Mag ik een verlanglijstje indienen: graag een tafeltje voor Marcel Möring (26 boeken te signeren) en Margriet de Moor (14 boeken te signeren) en liefst ook van Hugo Brandt Corstius (50 boeken te signeren). Bij voorbaat excuses aan degenen die dan achter mij in de rij staan.

03 april, 2012

203 - Feest der Letteren - I

Zoals elk jaar meldde ik mij weer met een volle tas boeken bij de Bijenkorf voor het jaarlijkse Feest der Letteren aan de vooravond van de Boekenweek en de signerende schrijvers die daar rondhangen. En zoals elk jaar was het een middag met opgewektheid en teleurstelling, maar ook met leuke babbeltjes met schrijvers. Ik zal er een paar noemen - volgende keer deel 2.

Allereerst was het Feest der Letteren weer gepropt op een tussenverdieping van de Bijenkorf. Het zal wel bedoeld zijn om een soort van marktidee na te bootsen, maar het zorgt ervoor dat het al snel druk en benauwd wordt. Eén van de eerste auteurs waar ik mij meldde was Renate Dorrestein, en zij merkte op dat het wel heel erg snel heel warm werd. En het moest nog lente worden! Ik kon niet anders dan dit beamen - terwijl de zweetdruppels van mij afgleden. Bij een enkele auteur stond een hele lange rij (Sylvia Witteman, Geert Mak) die zich dan langs de tafeltjes van wachtende andere auteurs slingerde. Dat leverde toch een wat raar beeld op: ik stond minutenlang voor het tafeltje van Robert Vuijsje voor wie ik niets te signeren had te wachten op een auteur die kennelijk populairder was dan hij.

De teleurstelling was de afwezigheid van twee aangekondigde auteurs. Stine Jensen en Connie Palmen waren wel aangekondigd, maar waren er toch niet. Zo bleven er 18 auteurs over. Ook jammer was de afwezigheid van Remco Campert, die er andere jaren standaard was maar het nu kennelijk even voor gezien hield.

Zoals altijd had ik mij goed voorbereid, niet alleen door mijn eigen bibliotheek te plunderen maar ook door bezoekjes af te leggen aan de nabijgelegen antiquariaten Kok en De Slegte. Dit om mijn titels van sommige auteurs aan te vullen zodat er meer boeken de dag zouden eindigen met een handtekening. Grappig was dat bij Kok twee dezelfde titels van Renate Dorrestein stonden, Katten en de kunst van het boekenonderhoud. De boekjes waren identiek, de prijs niet: € 5 en € 15. Ik heb toch maar die van € 5 genomen, hoezeer ik Kok ook een warm hart toedraag. Ook bij Kok: een Franse pocket van Dorrestein voor maar € 3 en een boekje van Stine Jensen (toen ik nog in de veronderstelling was dat ze aanwezig zou zijn). Bij de Slegte sloeg ik een slag met een aantal titels van Tom Lanoye.

Eén van de eerste auteurs die ik zag was Elle van Rijn. Of liever: zij zag mij. Ik keek haar - bij gebrek aan boeken van haar - vriendelijk aan en dat leidde tot haar uitroep (al wijzend): "Jóu moet ik hebben!". Tsja, dan kan je natuurlijk niet weigeren... Toen ik aan haar tafeltje stond, was de mededeling: "Jij gaat een boek van mij lezen". Ik heb haar uitgenodigd dan maar een titel van haarzelf te selecteren. Dat was een aparte situatie: ze gaf aan dat haar recent geschreven boek over de ontvoering van Toos van der Valk niet te kiezen: "Die zou ik niet doen". Toen ik observeerde dat het toch wat vreemd was dat een auteur over een eigen boek zegt dat ze die niet aanraadt, beaamde ze dat. Maar haar romans beschouwt ze als meer eigen en dus een betere kennismaking met haar werk. Ze raadde mij daarom Het vergeten gezicht aan, een spannende roman die speelt tegen de achtergrond van Berlijn en de Tweede Wereldoorlog, de scheiding van Duitsland en de hereniging. Ik kreeg het mee (d.w.z. ik moest het kopen) met het verzoek haar te mailen na lezing. Ik beloofde dat het bovenaan mijn leeslijst zou staan, wat ze leuk vond.
Inmiddels heb ik het boek gelezen en ik vond het een prima boek. Verrassende inhoud, met veel vaart geschreven en een tamelijk bizar einde dat totaal onverwacht komt. Twee verhaallijnen door elkaar geweven, die zo verschillende geschreven zijn (en typografisch opgemaakt) dat je vergeet dat ze van één en dezelfde schrijver komen.

Zoals beloofd heb ik haar na het lezen gemaild met mijn leeservaring en ik kreeg een vriendelijk mailtje terug, met uiteraard de aanbeveling nóg een boek van haar te lezen.

De volgende bij wie ik neerstreek was Renate Dorrestein. Zoals gezegd had ik van haar een Franse pocket gekocht, namelijk Vices Cachés oftewel Verborgen gebreken. Nu lees ik geen woord Frans, ik kocht dit boek alleen maar om te zien hoe ze erop zou reageren en voor de heb. Zeg nou zelf: voor 3 euro kan je dat boek toch niet laten liggen. Renate Dorrestein vond het erg leuk om die pocket te zien. Ze vertelde dat het haar eerste pocket in Frankrijk was en dat ze een tijdje benauwd was geweest of het wel zou verkopen. Maar ze had gelukkig haar voorschot terugverdiend en dat vond ze toch wel geruststellend. Bij het signeren van Katten en de kunst van het boekenonderhoud merkte ze nog op dat ze dat altijd een erg lastig boekje vond: waar moest ze nu precies signeren (het is een keerboek) en hoe voorkomt ze beschadiging (het is nogal stijf ingebonden). Maar gelukkig ging alles goed en opgelucht kon ik mijn tocht vervolgen.

Ik belandde bij Simone van der Vlugt. Van haar had ik maar één titel bij me, het Literaire Juweeltje Het bosgraf. Ik verontschuldigde me voor dat kleine boekje maar haar reactie was: "nou, dan gaan we dat kleine boekje maar helemaal volschrijven", en met een zwierige opdracht in het juweeltje dwaalde ik verder naar Anna Enquist. Zoals altijd was zij heel vriendelijk en signeerde rustig een stapeltje van mijn boeken. Helaas had ik verkeerd in mijn LibraryThing gekeken want ik dacht dat ik Het meesterstuk nog niet had, maar die had ik al wel. Dus nu heb ik twee keer dit boek, en allebei gesigneerd. Ik beschouw het maar als weelde. Bij het signeren van het herdinkingsboekje Een avond in mei merkte ze op: "dat is een oudje". Slechts achttien jaar is dit boekje uit 1996, maar inderdaad al volwassen naar mensenjaren gerekend.

En voort ging het weer, dit keer naar Jessica Durlacher. Met haar heb ik eigenlijk vooral gepraat over haar vader en ik liet haar weten hoe indrukwekkend ik zijn boeken vond en hoe aangrijpend. Na het lezen van de boeken van Gerhard Durlacher en met name de passage over de omstandigheden in de mijnen waar de V2's werden gemaakt, heb ik letterlijk een nacht niet kunnen slapen in het besef van de wreedheden en de onmenselijkheden die daar plaatsvonden. Jessica Durlacher vond het leuk dat te horen maar ook dat ik een paar boeken van haarzelf bij mij had. Die heeft ze vervolgens zwierig gesigneerd.

Tot slot van dit overzicht toch nog maar even over Sylvia Witteman, één van de hoofdpersonen van dit Feest der Letteren. Want zij had immers het speciale Bijenkorf-boekenmaand-boekje geschreven: Inflatiekroketten, dat in hoge stapels beschikbaar was. Voor haar stond dan ook de langste rij. Toen ik dat bij haar meldde toen ik eindelijk aan de beurt was, reageerde ze: "Ja, daar schrik ik eigenlijk ook van". Het leuke is dat Sylvia Witteman volgens mij helemaal zichzelf is: lekker vrij en geen blad voor haar mond. Dus toen we nog wat doorpraatten over de lange rij zei ze dat het met zo'n schrijversmarkt wel plezierig was, want eigenlijk zijn de bezoekers in de stad wat blasé, die laten niet snel iets signeren. Dus als er dan meer schrijvers komen, gaat het beter. Maar, aldus Witteman, "in de buitengewesten gaat het vaak beter". De buitengewesten - dat is vermoedelijk alles voorbij de Watergraafsmeer...
Het leuke was dat alle bekende personen uit de columns van Sylvia Witteman aanwezig waren: haar drie kinderen die zaten te geinen tussen de kledingrekken en natuurlijk "huisgenoot P" oftewel Philippe Remarque, hoofdredacteur van de Volkskrant. En je mag dan nog hoofdredacteur zijn van een voortreffelijke krant, als Sylvia signeert word je vooral geacht op verzoek drinken te halen en in andere noden te voorzien. Wat Remarque dan ook met een glimlach deed. 

Lekker onbevangen, en eigenlijk gold dat voor alle schrijvers die er waren: ze hadden plezier en zaten op hun praatstoel. Dat maakt zo'n bezoekje extra leuk.

Volgende keer zal ik het hebben over de mannelijke auteurs die er waren. Lees tot die tijd mijn verslagen van mijn bezoek aan het Feest der Letteren in de Bijenkorf in 2011 (deel 1, deel 2 en deel 3) en 2009 (hier).