08 juli, 2007

127 - Duur boek + gratis boeken = redelijk

Zoals ik in mijn vorige post al schreef: het is fijn voor een verzamelaar wanneer anderen afstand doen van hun boeken. En dit om twee redenen:
1. Boeken zijn al zo duur
2. Soms krijg je een waardevolle toevoeging waarvan je het bestaan niet kende

Om met het eerste te beginnen: recent kwam een nieuwe essaybundel van Margriet de Moor uit, Als een hond zijn blinde baas. Daarin zijn allerlei teksten van toespraken, voordrachten en andere bijeenkomsten verzameld die eerder werden gepubliceerd in kranten, tijdschriften of elders. Het is een fascinerende bundel omdat het een goed beeld geeft van de ideeën van De Moor over haar schrijverschap en de achtergrond van een aantal van haar boeken weergeeft. Wat bedoelde ze ermee te zeggen? Wat is voor haar in het algemeen de verhouding tussen muziek en literatuur? Waarom schrijft ze eigenlijk? Welke schrijvers bewondert ze? Ze heeft het in de loop van de tijd allemaal verteld en opgeschreven en nu is het gepubliceerd.

Het was een genot om de bundel te lezen en een verrijking voor mijn Margiet de Moor collectie. Het was echter geen genot om het te kopen, want het kostte mij 24,90 euro. En dat vind ik nog steeds erg veel voor een paperback waarin feitelijk geen nieuwe teksten staan. Hierin zit vrijwel geen werk voor auteur of uitgeverij; het zijn bestaande teksten en de stapel hoeft alleen maar verzameld en gedrukt te worden. Om daar bijna 25 euro voor te vragen vind ik tamelijk grof. Niet gesigneerd, geen stofomslag, geen bijzondere illustraties, gewoon een doorsnee boek dat ook niet overdreven dik is. Waarom moet daar zoveel geld voor betaald worden?

Daarom was ik extra blij met de dubbele toegift die ik daarnaast kreeg.

Allereerst was een collega zo goed om uit zijn eigen collectie een exemplaar van de bundel Onder de soldaten van Arnon Grunberg te schenken. Dit exemplaar is één van de exemplaren van het ministerie van Defensie die voor de Uruzgan-gangers was bedoeld. Grunberg beschrijft zijn ervaringen als 'embedded' journalist in Afghanistan. Het is een hilarische bundel met een verbaasde Grunberg die de eigenaardigheden van het Nederlandse leger in Uruzgan probeert te doorgronden.
"Zelden heb ik zo veel afkortingen geleerd als gedurende mijn korte tijd in Afghanistan. Lupa lunchpakket, kobro korte broek, detco detachement commandant. De tijdwinst die dat oplevert ontroert. Vanaf nu heet geluk ge."
Mooi is ook de passage over de sergeant met de kaasschaaf.
"Ben je al eens eerder in Afghanistan geweest?' informeerde ik. 'Al twee keer', zei de sergeant, 'maar dit keer heb ik een kaasschaaf bij me.' En er verscheen en triomfantelijke lach op zijn gezicht. (...) Ik voelde genegenheid voor sergeant Jordy, die Afghanistan niet onvoorbereid zou betreden."

Daarnaast was een goede vriendin zo goed een totaal onbekende titel van Adriaan van Dis voor mij mee te nemen: Op de televisie. Wie googlet op deze titel vind 'm niet, behalve één vermelding in Wikipedia, maar die heb ik daar zelf bij gezet. Op de televisie is een speciale uitgave van ECI, voor haar relaties, ter gelegenheid van het veertigjarig jubileum van ECI. De echtgenoot van de vriendin is een relatie van ECI en daarom kreeg hij het toegestuurd. Als niet-lezer wilde hij het al bij het oud papier gooien, tot zijn vrouw zei dat het wellicht een interessant boek voor mij was. Goed gedacht! En zo kwam ik in het bezit van een titel waarvan ik het bestaan totaal niet vermoedde. Tegelijkertijd vraag ik mij af hoeveel ontvangers van dit fraais het uiteindelijk gewoon toch maar bij het oud papier hebben gegooid...

In Op de televisie beschrijft Van Dis zijn herinneringen aan zijn roemruchte boekenprogramma "Hier is... Adriaan van Dis". Hij kan het programma goed relativeren maar ziet ook wat het teweeg heeft gebracht: "De kijkers van toen sterven langzaam uit, maar in de rekkelijkheid van de herinnering ben ik nog altijd te zien. Ook op dagen dat "Hier is..." er nooit was. Zo vroeg het Algemeen Dagblad bij mijn terugkeer als presentator van Zomergasten aan de EO-coryfee Andries Knevel wat hij van ons programma destijds vond. Aardige dingen zei hij. 'Maar ja, wij keken natuurlijk niet op zondag. Wij keken alleen naar de herhaling.'
Er was helemaal geen herhaling. Die bestond toen nog niet.
Mensen herinneren zich wel meer dingen. Hoe vaak hoor ik niet op een literaire avond, tijdens het vragenhalfuurtje na een lezing: 'Wij keken elke week.'
Het was één keer per maand. Acht keer per jaar."

Hij haalt herinneringen op aan de schrijvers die hij sprak, aan Annie Cohen-Selal wier Sartre-biografie een geweldig succes werd in Nederland mede door dit programma, Frans Pointl, Michel Tournier, Charlotte Mutsaers... Hij beschrijft de effecten van het programma op het koopgedrag van kijkers. En hij hekelt uitgevers vanwege de manier waarop zij met auteurs omgaan en de smaak van het publiek proberen te sturen. Ook hekelt hij de omroepen, omdat ze te weinig geduld hebben om een boekenprogramma tot bloei te laten komen. Dit in tegenstelling tot zijn geliefde Frankrijk, waar wel zeven boekenprogramma's op televisie zijn. "Alleen op de Avonden mogen de letteren nog wat knetteren. Kan het geluid wat zachter? Het is al bijna stil."

Een driedubbele verrijking voor mijn bibliotheek. Drie boeken voor nog geen 25 euro, zo wordt het leed van de kosten van De Moor verzacht met de prachtige Grunberg en de onbetaalbare Van Dis. Geweldig attent van mijn omgeving om mij zoveel plezier te geven. Dank!

p.s. Inmiddels heb ik tóch een vermelding van Op de televisie gevonden, Joost Nijsen is ook een gelukkige bezitter!

Geen opmerkingen: