15 maart, 2024

350 - Mijn gemiddelde boek deel 2: Hugo Brandt Corstius

Bijna 15 jaar geleden, kort nadat ik alle boeken die ik toen bezat had ingevoerd in mijn catalogus via LibraryThing, heb ik de statistieken van die site gebruikt om mijn "gemiddelde boek" uit te rekenen. LibraryThing houdt namelijk talloze gegevens bij over de ingevoerde boeken, deels op basis van wat je zelf invoert maar deels ook op basis van wat anderen hebben ingevoerd over diezelfde boeken (zoals aantal bladzijden, jaar van publicatie, maar ook gewicht en formaat). 

Zoals ik in mijn vorige post al aangaf worden daar allerlei grappige verbanden mee gelegd - bijvoorbeeld dat ik in 2023 een stapel boeken vergaarde ter hoogte van een struisvogel. Mijn totale opgestapelde boekenbezit heeft overigens nu een lengte die net iets meer is dan de hoogte van de Niagara watervallen (64,31 meter), mijn volgende doel is de hoogte van de Taj Mahal (72,85 meter).

Maar goed, 15 jaar geleden ging ik kijken of ik op basis van verschillende statistische gegevens over mijn collectie een boek kon aanwijzen dat ik als gemiddelde boek in mijn bibliotheek kon beschouwen. Destijds was dit Herinneringen van een engelbewaarder van W.F. Hermans. Maar wat is het gemiddelde boek nu?

Ik zal dezelfde statistieken gebruiken als destijds. Op basis van 4.449 titels heeft het gemiddelde boek in mijn bibliotheek de volgende kenmerken:

  • Taal: De originele taal van 55% van mijn boeken is Nederlands (met 24,5% Engels als goede tweede). Dat percentage origineel Nederlandstalige boeken is sterk gedaald in de afgelopen 15 jaar, toen lag dat op ruim 70%.
  • Geslacht: 65% van de auteurs in mijn bibliotheek is mannelijk. Ook dat is sterk gedaald; dat was bijna 80%.
  • Dood of levend: de meeste van mijn auteurs zijn al overleden, dit aantal is toegenomen. Dat is op zich niet gek, hoe langer ik boeken heb hoe groter de kans dat auteurs overlijden. Aan de andere kant heb ik dus ook niet heel veel instroom van nieuwe, levende auteurs in mijn bibliotheek.
  • Pagina's: in totaal bevat mijn bibliotheek nu 642.277 pagina's. Een gemiddeld boek telt 152 pagina's. De meeste pagina's zijn afkomstig van Multatuli (20.551), wat niet gek is met het 25-delig verzameld werk in dundruk op de plank, aangevuld met andere Multatuliana. Goede tweede is Bordewijk waarvan ik 11.063 pagina's bezit. De rest van de top 5: Adriaan van Dis (8.973), Hugo Brandt Corstius (7.202) en Gerrit Komrij (6.011). Deze statistiek had ik vorige keer nog niet meegenomen.
  • Uitvoering: de paperbacks zijn in de meerderheid (2.142) ten opzichte van de hardbacks (1.567). De andere categorieën zijn veel kleiner: cahiersteek 281, geniet 214.
  • De gemiddelde publicatiedatum van mijn boeken is 1993. Mijn gemiddelde boek is dus 31 jaar oud. Dat was vorige keer 24 jaar (toen was het gemiddelde boek gepubliceerd in 1985). Ook dit is niet onlogisch: ik koop nog steeds oude én nieuwe boeken en ik doe weinig boeken weg, daarmee zullen mijn boeken gemiddeld steeds een beetje ouder worden.
  • Fictie of non-fictie: ik heb twee keer zoveel fictie in mijn bibliotheek als non-fictie. Ik zie dat LibraryThing ook een flink aantal boeken aanduidt met "both", dus zowel fictie als non-fictie. Dat verbaasde mij en dat vereiste nader onderzoek. Als ik die categorie aanklik, zie ik veel boeken over boeken, catalogi en dergelijke. Ik beschouw die als non-fictie. Daarnaar kijkend schat ik in dat het aandeel non-fictie eigenlijk groter is dan uit de getallen blijkt, maar desondanks blijft fictie in de meerderheid.
  • De door het systeem gegenereerde trefwoorden voor mijn collectie (op basis van info van andere LT'ers) zijn achtereenvolgens Nederlandse literatuur / Literatuur / Verhalen / Poëzie / Boeken over boeken. Als ik naar mijn eigen gehanteerde trefwoorden bij mijn boeken kijk dan zijn de belangrijkste Nederlands / roman / verhalen / ULTB / gesigneerd / boeken over boeken. ULTB is jargon en dat staat voor Unique LibraryThing Book, oftewel een boek waarvan er maar één op LibraryThing geregistreerd staat. Hoe meer ULTB's je hebt, hoe unieker je bibliotheek is als het ware. 
  • Doorgaand op de ULTB's: gemiddeld deel ik mijn boeken met 965 andere LT'ers, maar de mediaan is 11. Ik heb ook best veel klassieken die bijna iedereen heeft, en dat trekt het gemiddelde omhoog. Maar ik heb ook best veel boeken die weinig mensen hebben, daarom is de mediaan zo laag.

Met deze gegevens kan ik dus op zoek naar deze kenmerken voor mijn gemiddelde boek: een boek van een Nederlandse auteur, gepubliceerd in 1993, van een overleden mannelijke auteur, het moet bij voorkeur fictie zijn en ongeveer 150 pagina's tellen. En ik moet de paperback bezitten. Ongeveer 11 anderen op LibraryThing moeten het boek ook hebben.

Het was nog best een lastige zoektocht om dit boek te vinden. Om te beginnen heb ik 92 boeken uit 1993 in mijn collectie. Die zijn niet allemaal oorspronkelijk uit 1993 - zo heb ik drie uitgaven van Ambo Klassiek uit 1993 waarvan de inhoud vanzelfsprekend soms een paar duizend jaar ouder is. Maar van de 99 in 1993 gepubliceerde boeken, hebben er 60 een Nederlandse auteur.  Daarvan zijn er 44 van mannelijke auteurs en 28 paperbacks. Dan blijven er boeken over van uiteenlopende dikte. De boeken die qua aantal pagina’s het dichtst bij het gemiddelde in de buurt komen, zijn vier bundels van Hugo Brandt Corstius (1935-2014)  die hij onder verschillende pseudoniemen publiceerde, waaronder zijn bekendste alter ego's Battus en Piet Grijs. Vier bundels die voor wat betreft de uitvoering samen ook weer een eenheid vormen. Er zijn 11 mensen op LibraryThing die de bundel van Piet Grijs ook hebben, ook daarin is het een passende keuze. Aangezien Brandt Corstius ook nog eens de nummer 4 in mijn bibliotheek is gelet op het aantal pagina’s, is het niet raar dat deze naar voren komt. En dan is het feit dat dit de uitkomst is van tamelijk zinloze statistiek met gegevens over boeken die niets te maken heeft met de inhoud iets dat bij nader inzien precies in het straatje van Brandt Corstius past. Denk maar aan zijn taalkundige verzinsels op basis van allerhande statistiek. Alleen de vraag of dit feit of fictie is, is onbeantwoord. Misschien een beetje van allebei.

De bundels van Maaike Helder, Piet Grijs, Battus en Talisman verschenen tegelijkertijd in 1993. Ik herinner mij zelfs nog dat deze verschenen. Ik was toen al fan van Brandt Corstius maar was een arm student. Ik constateerde spijtig dat ik de honderd gulden voor deze vier boeken niet had op dat moment. Gelukkig kon ik ze later in de ramsj alsnog kopen.

Ik heb al vaker over mijn bewondering voor Brandt Corstius geschreven. Ik hou erg van taal, dus zijn Opperlandse taalboeken heb ik vol bewondering gelezen. Volgens de auteur is opperlands "Nederlands op vakantie". Hij zegt, in het voorwoord van Opperlandse Taal- en Letterkunde (1983): "Opperlandse taalkunde is een droom-taalkunde: als iets leuk is, dan is het goed. En wat leuk is, mag iedereen zelf weten. De Opperlandse grondwet luidt: wat kan dat mag, en wat niet kan dat mag helemaal." Maar ook zijn vermogen tot systematisch redeneren, zijn scherpe pen en zijn veelzijdigheid spraken mij erg aan. Ik heb zelden iets van hem gelezen waar ik niet volop van genoot. Ik vond alleen dat hij in de ‘affaire Buikhuisen’ echt fout zat, maar dat is het lot van columnisten en felle polemieken: soms sla je de plank faliekant mis. Aan de andere kant werd hem ook groot onrecht aangedaan toen minister Brinkman in 1985 weigerde de PC Hooftprijs aan Brandt Corstius uit te reiken, kennelijk omdat kwetsen door hem tot instrument was verheven (in de publicatie De kroon op het kwetsen (Nijsen, 1985) worden de persreacties op deze affaire verzameld).  In 1987 kreeg hij de prijs alsnog. Uiteindelijk vond ik toch dat ik alles van de man moest hebben, het resultaat zijn de 67 titels in mijn bibliotheek. Een aantal bijzonderheden daarin zijn publicaties uit de tijd dat hij wetenschappelijk medewerker was bij het Mathematisch Centrum van de Universiteit van Amsterdam, en daar al publiceerde over een prille vorm van computer taalkunde (publicaties van het instituut uit 1965 en 1967), zijn proefschrift uit 1970 en diverse gelegenheidsuitgaven. Brandt Corstius publiceerde nog een handvol andere specifieke studies bij het Mathematisch Centrum, maar die zijn onvindbaar en nergens te koop. Ze bestaan alleen nog in archieven. 

Nieuwe aanwinsten

Doordat ik het meeste werk van Brandt Corstius al heb, schaf ik weinig nieuws van hem aan. Het toeval wilde echter dat terwijl ik bezig was deze vier bundels als gemiddelde boeken van mijn bibliotheek anno 2024 te beschrijven, ik twee bijzonder aanwinsten van deze schrijver voor mijn bibliotheek vond.

De eerste is een boek dat ik al heel lang zocht: een bundel essays over computertaalkunde van Hugo Brandt Corstius en een aantal andere auteurs: Grammars for number names. Dit boek verscheen in 1968, mijn geboortejaar en in de lente van Brandt Corstius’  carrière (hij was pas 33 en moest nog hoogleraar worden). Ondanks dat dit een ouder boek is, is het tweedehands nog relatief prijzig, met prijzen tot 50 euro/dollar (nog exclusief verzendkosten uit de VS). Ik was dan ook erg blij toen ik het voor een tientje bij het Almeerse Klondyke aangeboden zag zodat ik deze lacune eindelijk kon vullen.

Via Marktplaats kocht ik vervolgens de jubileumuitgave die Brandt Corstius in 2002 schreef ter gelegenheid van 60 jaar IBM Nederland. Bijzonder aan deze uitgave is dat het niet alleen een boek is, maar dat er ook een replica in zit van het beroemde ‘ bolletje’, dat typerend was voor IBM schrijfmachines (van Nico Scheepmaker verscheen ooit een bundeling columns onder de titel Het bolletje van IBM. Dit bolletje verving de traditionele hamertjes van een schrijfmachine (die in de war konden raken). Je kon het bolletje verwisselen om verschillende lettertypes te krijgen. Je kon er tot 15 tekens per seconde mee tikken. Dat bolletje dus, niet voor niks siert het deze jubileumcassette. Het boek zelf heeft een gat waar dit bolletje in past. Ik had al een exemplaar van het boek - met gat, maar zonder bolletje - maar ik zocht nog de complete set. Gelukkig gaf de zoekterm op Marktplaats na jaren eindelijk eens een hit en nu kon ik eindelijk de complete cassette aan mijn collectie toevoegen. 


Hugo Brandt Corstius was niet de enige schrijver in het gezin. Zijn dochter Aaf en zoon Jelle hebben ook de nodige titels op hun naam staan, evenals zijn jongere zus, kunsthistorica Liesbeth Brandt Corstius en vader J.C. (Jan) Brandt Corstius die hoogleraar Nederlandse letterkunde was. Ik ben niet van plan de hele familie te verzamelen, alleen van Jelle laat ik zelden een boek liggen omdat hij zo aanstekelijk schrijft, ik hou van zijn ironische taalgebruik en zijn onderwerpkeuze. Afgelopen week kocht ik daarom een mooie eerste druk van BAM, over een reis dwars door Rusland via de spoorlijn met die naam (een euro bij De Arm in Utrecht). 

Over een jaar of 15, in 2039, kunnen jullie een herberekening van mijn gemiddelde boek verwachten. Ik vermoed tegen die tijd een boek uit circa 2000, waarschijnlijk weer van een Nederlandse auteur, mogelijk eindelijk eens een vrouwelijke auteur. Ik nomineer alvast Pauline Slot, met haar jaarwisselingsgeschenk Tand om tand dat werd uitgegeven door de toen nog bestaande keten van Boekhandels met *).

18 januari, 2024

349 - Jaaroverzicht 2023: een struisvogel aan boeken

Zo af en toe geef ik een overzicht van een jaar in boeken. Ik doe dat niet elk jaar, maar soms kijk ik zelf tevreden terug op mijn vondsten en vind ik het leuk de stapel te delen met mijn lezers. De laatste keer was al weer 4 jaar geleden en daarom is het hoog tijd dit weer te doen. Ik werd mede geïnspireerd door de Stichting Desiderata-uitgave die ik net voor het einde van het jaar ontving: Het einde van het boek van Octave Uzanne, zoals altijd fraai vormgegeven en met zorg vertaald door Martin Hulsenboom. Het was de tweede Desiderata-uitgave van dit jaar, eerder verscheen al De pelle humana, over boeken gebonden in mensenhuid. Dat was een uitgebreidere versie van een eerdere uitgave in eigen beheer (die ik uiteraard ook heb). Beide versies van De pelle humana staan  nu trots naast elkaar. En hierbij staat nu ook Het einde van het boek. In dit verhaal van Uzanne worden allerlei veranderingen voorspeld die zich op het terrein van het boek gaan voordoen. Met verrassend veel fantasie wordt gesproken over technologische vernieuwingen die ertoe zullen leiden dat het papieren boek gaat verdwijnen. Veel van die voorspellingen - over luisterboeken en digitale boeken - zijn intussen uitgekomen, maar de meest sombere voorspelling over het verdwijnen van het gedrukte boek is gelukkig (nog) niet bewaarheid. Ook ik heb mij dit jaar weer met verve verzet tegen het verdwijnen van het papieren boek.

De teller van de Bibliotheca Scatebra staat inmiddels in totaal op 4.425 titels. Maar hoeveel is er nu bijgekomen in de laatste twaalf maanden? Mijn online catalogus LibraryThing helpt mij goed op weg voor dit jaaroverzicht doordat ik het overzicht gedetailleerd bijhoud en het systeem dit keer een eigen jaaroverzicht genereerde. Daarin staat wat ik heb gelezen en wat ik heb toegevoegd aan mijn catalogus, gesorteerd op datum, genre, auteur, verschijningsjaar et cetera. Inclusief allemaal staaf- en taartdiagrammen. Het is nuttig om te weten dat alle boeken opgestapeld ongeveer de hoogte van een struisvogel hebben en 0,48 Billy aan ruimte vragen. Mijn jaaroverzicht 2023 staat hier. Maar hoe feilloos het systeem ook is, toch is het niet helemaal compleet - en dat komt door mij. Ik heb namelijk niet alleen nieuwe boeken aan mijn catalogus toegevoegd, maar ook verschillende exemplaren vervangen door betere. Latere drukken voor eerste drukken, of simpelweg een mooiere uitvoering. Die staan hier niet tussen omdat het systeem die niet herkent als 'nieuw' (ik heb alleen de beschrijvingen aangepast). En daarnaast loop ik een beetje achter met invoeren. Ik heb nog wat opbrengsten van de laatste veiling van Bubb Kuyper die ik nog niet ingevoerd heb. Invoeren is nogal wat werk omdat ik echt alle details invoer (afmetingen, gewicht, details over paginering, uitvoering, bijzonderheden, etc.).

Alle omslagen van de nieuwe titels in mijn bibliotheek
 

 

Laten we beginnen met de getallen. Ik heb in 2023 178 nieuwe titels ingevoerd in LibraryThing, en nog 12 die liggen te wachten, dus in totaal 190 nieuwe titels. Gemiddeld ruim 3,5 boek per week dus, oftewel om de dag een nieuwe titel. Was het maar zo dat ik om de dag een nieuw boek kreeg, wat zou dat heerlijk zijn! Maar de boeken komen in golfjes: de ene maand twee dozen van een veiling of een tas vol van een boekenmarkt, de andere maand weer niks. Maar die 190 exemplaren, wat zijn dat voor boeken en waar komen ze vandaan?

Mijn leveranciers

Mijn grootste leveranciers zijn nog altijd de boekenveilingen, zij leverden mij 45 titels, Dit jaar haalde ik 30 titels weg bij Bubb Kuyper, 15 titels bij Burgersdijk & Niermans en eentje bij Catawiki.

Bij de najaarsveiling van Bubb Kuyper won ik een paar kavels Nescio met bijna allemaal titels die ik voor zover ik kon inschatten al had, maar die bij nadere beschouwing toch nog wat verrassingen opleverde.

Ik kocht de Nesciokavels vooral omdat in één ervan een genummerde prent van Joost Swarte zat met een illustratie uit Titaantjes. Deze prent kende ik nog niet. Ik wist van het bestaan van een vergelijkbare prent met een illustratie uit De Uitvreter (die zoek ik nog), maar deze wilde ik natuurlijk niet missen. Ik bood hoog op dit kavel en kreeg 'm voor een lage prijs (is Nescio niet meer in trek?). Naast de prent van Swarte vond ik in deze kavels onder meer een paar verbeterde of mooiere exemplaren zodat ik die kon ruilen met exemplaren in mijn collectie. 

Bij het doorbladeren van de boeken was er nóg een verrassing, uit één ervan rolde een linosnede van de hand van Aline E. Jansma met het hoofd van Nescio. Deze had ik nog nooit gezien en ik vond online wel linosnedes van haar hand van andere schrijvers (Multatuli, Oscar Wilde) maar niet deze. Een mooie vondst, die nu staat te pronken in een lijstje bij mijn Nescio-collectie. Verder zat er nog een mij onbekende uitgave tussen van brieven tussen Chr,J, van Geel en Nescio, en een aantal bijdragen over Nescio in literaire tijdschriften zoals De Parelduiker.
Ik had vervolgens een heleboel dubbele Nescio-uitgaven en die heb ik via Catawiki verkocht, waarbij de opbrengst hoger was dan wat ik bij Bubb moest afrekenen.

Naast deze rijke Nescio-oogst kocht ik bij Bubb een  mooi kavel met uitgaven van Kurt Löb, een tekenaar die ik zeer bewonder, Ik was erg blij met diverse gesigneerde exemplaren, een paar bibliofiele uitgaven en sowieso mooie uitbreiding van mijn Löb-collectie. Zo kon ik eindelijk de paperback van Flauberts verhaal Bibliomanie (De Mandarijn, 1982) vervangen door een gebonden, genummerde en gesigneerde versie waar ik al een tijdje naar zocht. Heel blij was ik ook met een bibliofiele editie van Reidans van Arthur Schitzler, één van de Romeins genummerde en door Löb gesigneerde uitgaven. Verder kocht ik nog een setje nieuwsjaarsgeschenken van Antiquariaat Klikspaan uit Leiden (waarvan één gebonden luxe-exemplaar) en zoals altijd een paar uitgaven van Stichting de Roos.

Ik kocht 15 titels bij Burgersdijk & Niermans, De meeste daarvan komen uit een kaveltje 'boeken over boeken', met werken van onder meer Huib van Krimpen en Herman de la Fonteine Verwey. Maar ook een paar boeken rondom Laurens Janszoon Coster, waar ik dan ook een uitgebreid blog over schreef. 

Het andere kavel bestond uit nieuwjaarsgeschenken van Stichting de Roos, met ook hier weer een prachtige afdruk van Joost Swarte, die inmiddels tot de meest gezochte nieuwjaarsgeschenken van De Roos hoort. Ik scheef een paar jaar geleden al eens een blog over deze nieuwjaarsgeschenken, die vaak verrassend bijzonder zijn qua inhoud of vormgeving en beslist verzamelwaardig.

Mijn tweede grootste leverancier was zoals altijd Marktplaats. Daar kwamen 34 titels vandaan. Over verschillende daarvan heb ik op dit blog geschreven, zo kwam onder meer de vierdelige serie Hollands Rijkdom van Elias Luzac van Marktplaats, evenals het Elzeviertje, Over beide heb ik uitgebreid geschreven. Ik kocht via Marktplaats ook veel CPNB-uitgaven, zo kon ik voor een mooie prijs een setje luxe boekenweekgeschenken kopen (de genummerde uitgaven in beperkte oplage). Maar ook andere boekenweekuitgaven kwamen van Marktplaats (Friese en Vlaamse boekenweekgeschenken), naast diverse losse boeken. Maar de mooiste vondst die ik deed was waarschijnlijk het ultra-zeldzame officieel niet-bestaande Literaire Juweeltje van Joost Zwagerman: Fijne meisjes, waarvan er misschien maar 10 of 20 bestaan.. Uiteraard schreef ik er een blog over.

De derde grootste categorie zijn cadeautjes. Gelukkig kennen veel mensen mijn behoefte, verjaardagen, sinterklaas of tussentijdse cadeautjes leverden 22 titels op. Hieronder valt ook het jaarboek van het Genootschap van Bibliofielen dat ik van Perkamentus kreeg en de speciale nulde druk van Tommy Wieringa's Nirwana die ik bij de Bezige Bij losbietste.

In kringloop-/tweedehandswinkels kocht ik 27 titels, waaronder 8 bij de geweldige Maastrichtse Boekenkelder onder het toeziend oog van Danny Habets bij de ontmoetingsdag voor boekenbloggers. Boekenmarkten leverden mij 15 titels op, waarvan 13 uit Tilburg waar ik Boeken rond het Paleis bezocht.

Verder kocht ik 21 boeken nieuw in de winkel of bij Bol.com, 6 bij Boekwinkeltjes.nl, 2 bij antiquariaten. 

Mijn genres, series en auteurs

Het belangrijkste genre  dat ik dit jaar aan mijn bibliotheek toevoegde is literair proza, ruim 100 titels. Een goede tweede plaats zijn de boeken over boeken, 41 titels in totaal. De rest bestaat uit boeken over historie, filosofie, poëzie en overige uitgaven. 

Qua series heb ik zoals elk jaar trouw elke maand een Literair Juweeltje gekocht. Die serie is inmiddels gestopt zoals ik in mijn blog schreef dus dit is de laatste keer dat deze serie in een jaaroverzicht wordt vermeld (behoudens Fijne meisjes-achtige vondsten). Andere series die ik uitgebreid heb zijn zoals gezegd de boekenweekgeschenken, overige CPNB-uitgaven (Nederland Leest, boekenweekessays, themamaanden zoals Geschiedenis, of Filosofie) en Stichting de Roos.

De populairste auteurs dit jaar zijn gelet op het bovenstaande een niet onverwacht rijtje: Kurt Löb en Nescio heb ik al genoemd. Maar dit jaar was ook een goed Adriaan van Dis-jaar met de verschijning van een aantal nieuwe titels en de aankoop van verschillende bijzondere uitgaven. Op Marktplaats de luxe versie van het boekenweekessay Onder het zink (oplage 250), op Catawiki de luxe editie van de verstripte Familieziek (oplage 150) en van een medeverzamelaar een gesigneerde Duitse editie van De wandelaar. Ik schreef al over de signeersessie die ik bijwoonde, waardoor ik een hele stapel Van Dis-aankopen van de afgelopen jaren heb kunnen laten signeren én ik erachter kwam dat er nog een bijzondere uitgave was verschenen bij Galerie Christian Ouwens. Maar ik was ook bij een signeersessie van Tommy Wieringa, die welwillend een enorme stapel titels signeerde die ik in de afgelopen jaren had gekocht. Het aantal gesigneerde boeken in mijn bibliotheek steeg daarom naar 542.

Verrassend genoeg was er dit jaar geen nieuws van Bordewijk. Dat is voor het eerst in vele jaren denk ik, ik weet altijd wel iets leuks van of over Bordewijk op de kop te tikken. Ik heb het geprobeerd: ik heb op verschillende veilingen toch wel fors geboden op een paar ontbrekende stukjes in mijn Bordewijk-collectie. Maar ik werd helaas steeds afgetroefd. Jammer, maar ik reken volgend jaar op meer succes.

De verrassingen

Het leukste aan verzamelen zijn de onverwachte vondsten en de onverwachte ontmoetingen. Daarvan waren er dit jaar in elk geval genoeg en dat waren dan ook de hoogtepunten van het jaar. Die keer dat ik in een Vlaamse boekhandel een gesigneerd exemplaar van het nieuwste boek van Ian McEwan, Lessons, vond. Een toevalstreffer in een kleine boekhandel in Turnhout! Al die onverwachte vondsten op Marktplaats, zoals Fijne meisjes, luxe boekenweekgeschenken of langgezochte literaire uitgaven. Ik vond het bijzonder om de boeken van Elias Luzac op Marktplaats te vinden, eindelijk George Orwells Bookshop Memories in de uitgave van Arethusa Pers in de kast te kunnen zetten en mijn boeken-over-boeken collectie uit te kunnen breiden naar 451 exemplaren. De uitgaven van Stichting Desiderata droegen er aan bij, maar ook de boekjes van Garrelt Verhoeven over zijn verzamelwoede, de briefwisseling tussen Dik van der Meulen en Alexander Reeuwijk Mesjogge bezitsdrang en het hilarische boekje van Harry Pallemans met de titel Vandaag in de boekhandel, een sleutelroman over een uitgeverij. 

De kosten

Wat kostte deze verzamelwoede van mij uiteindelijk? Ik houd mijn kosten niet bij (maar wie details zoekt leze de maandelijkse overzichten van Perkamentus onder de titel Het jaar geboekt). Ik probeer wel steeds mijn budget te beheersen door overtollige boeken uit veilingkavels te verkopen en/of te verdienen op marktplaatskoopjes of boekenmarktvondsten. Daardoor kon ik dit jaar 22 kavels op Catawiki zetten en als ik daarin terugkijk bestaat ongeveer de helft uit dubbele boeken van veilingen die ik doorverkocht, en de andere helft uit kringloop- en marktplaatsvondsten die ik voor meer geld kon doorverkopen. En natuurlijk ben ik dankbaar voor al degenen die mij boeken cadeau deden. Hoewel ik dit jaar bruto circa 1800 euro aan boeken uitgaf, heeft dit boekenjaar mij netto naar schatting €650 gekost. Onder aan de streep zo'n 3,50 per boek. Geen geld voor zoveel moois en op deze manier is mijn toch wel uit de hand gelopen hobby ook dit jaar nog enigszins betaalbaar gebleven.

05 december, 2023

348 - Het niet bestaande juweeltje en het einde van een (saaie) reeks

Het verzamelen van reeksen, ik schreef er al vaker over. Verzamelen van reeksen is wat mij betreft een aangename prikkel in het leven van de verzamelaar: toch dat laatste deeltje toevoegen aan de reeks, zodat uiteindelijk compleetheid wordt bereikt (sowieso het hoogste doel van elke verzamelaar). En het maakt niet uit of dat nu prestigieuze reeksen betreft, zoals de Russische Bibliotheek, de Gouden Reeks of alle uitgaven van Stichting de Roos of minder prestigieuze reeksen. Zoals boekenweekgeschenken, Salamanders of Zwarte Beertjes.

Eerder schreef ik al over de series Vertellingen voor één nacht en de Slibreeks. Jammer genoeg is de Slibreeks, waar elke keer een uitgave in verrassende vormgeving en met bijzondere teksten in verscheen, beëindigd. Ook Vertellingen voor één nacht was een tijdelijke reeks, hoewel deze qua inhoud nauwelijks bijzonder te noemen was.

Dit keer wil ik het hebben over de alomtegenwoordige Literaire Juweeltjes die al sinds 2006 maandelijks verschijnen en inmiddels in grote hoeveelheden kringloopwinkels binnenstromen. Ik vrees dat ze dezelfde kant opgaan als de boekenweekgeschenken: ze zullen vanwege de overdaad in grote hoeveelheden in de papierbak verdwijnen. Op Catawiki doen de boekjes het trouwens nog wel aardig: regelmatig verschijnen er kavels met enkele tientallen exemplaren tegelijk die dan gemiddeld een euro per stuk opbrengen. Dat was ook de oorspronkelijke prijs per stuk bij de introductie, later werd die prijs in stapjes verhoogd naar de 2,50 die het nu is.

De alomtegenwoordige Literaire Juweeltjes - wat is er nou zo interessant aan het verzamelen van een massaproduct? Deze maand liet de uitgever weten dat het laatste deeltje is verschenen. Wat de reden is wordt niet gezegd, maar ik had zelf al het idee dat de belangstelling terugliep. Ik had een paar vaste Bruna's waar ik steevast het nieuwe deeltje ophaalde, maar de één na de ander stopte met verkopen van de reeks. Toen ik naar de reden vroeg, kreeg ik als antwoord dat ze de boekjes per tien moesten inkopen en dat ze die niet meer verkochten en dus met overtollige exemplaren bleven zitten. 

Ik moet ook zeggen dat het verzamelen van de reeks steeds saaier werd. Het was meer kwestie van discipline om elke maand een deeltje te kopen dan dat er een inhoudelijke uitdaging was. Echt verrassend waren de teksten ook niet, meestal heruitgaven van verhalen uit andere bundels, met af en toe een verhaal dat speciaal voor de serie geschreven was en daarmee uniek werk bevatte. Maar dat was een minderheid. Ook de kwaliteit van de inhoud wisselde sterk: dan weer een literaire tekst, dan weer een thriller, dan weer iets wat leek op chicklit. Op zich goed om regelmatig nieuwe lezers te trekken en een breed publiek aan te trekken, maar zo kreeg de serie inhoudelijk geen identiteit. Dat was ook niet het doel: in elk deeltje stond een voorwoord dat inging op het gevaar van ontlezing, en dat deze juweeltjes bedoeld waren om het lezen te stimuleren. Lezers van een Literair Juweeltje moesten vooral meer werk van de auteur oppakken. De kortingsbon die standaard achterin stond afgedrukt gaf daarom korting op een boek van de betreffende auteur. Ik heb overigens tweedehands nog nooit een deeltje gezien waaruit die kortingsbon was verdwenen, ik vraag mij af hoeveel er hiervan werden gebruikt.

Inmiddels heb ik vier plankjes van een Billy gevuld en het ziet er wellicht mooi en uniform uit (behalve dat ene deeltje van Dorinde van Oort uit 2009, waarbij het logo een paar millimeter hoger op de rug staat), maar het is moeilijk om iets bijzonders van de collectie te maken. Ook omdat de oplage per deeltje waarschijnlijk behoorlijk hoog is, die moet zeker in het begin in de tienduizenden hebben gelopen.

Het niet bestaande juweeltje

Toch zitten er nog wat interessante kanten aan deze reeks. Misschien wel de meest interessante is het "niet bestaande juweeltje", dat ik onlangs via Marktplaats opdook. In het eerste jaar verscheen een literair juweeltje van Joost Zwagerman met de titel Winnie en de onschuld. Het was het vierde deeltje in de reeks en verscheen in april 2006. Met dit deeltje was iets bijzonders aan de hand. Het gerucht ging dat er een nog andere versie van was gemaakt, maar het fijne wist ik er niet van. Ik meen dat ik een keer in de twitterfeed van @bibliofilie (sowieso het volgen waard) voorbij zag komen dat het ging om Fijne meisjes en zoals ik wel vaker doe zette ik deze titel in de zoeklijst van Marktplaats in de hoop dat er ooit een hit zou zijn. 

Er gingen heel wat jaren voorbij - vijf, misschien wel tien (@bibliofilie is sinds 2013 actief) totdat ik opeens een bericht van Marktplaats kreeg dat Fijne meisjes werd aangeboden. En inderdaad: in een advertentie met meerdere Zwagerman boeken werd ook Fijne meisjes genoemd. Op dat moment wist ik niet meer precies waarom ik deze titel nou ook alweer zocht, maar het leek mij beter om 'm subiet te kopen en voor nog geen zeven euro (inclusief verzendkosten) was het van mij.

Maar wat was er ook alweer mee? Ik besloot het aan @bibliofilie te vragen en die wist gelukkig nog de achtergrond van het deeltje. Ook Kees Schafrat, de eigenaar van Broekhuis boekhandels en verwoed verzamelaar en propagandist voor Nederlandse literatuur, haakte in en hij kon nauwelijks geloven dat Fijne meisjes via Marktplaats was gekocht. Zie het gesprek met hem op Twitter hiernaast.

Of dit nu echt de heilige graal is van de Zwagerman-verzamelaars (en misschien ook wel van de Literaire Juweeltjes-verzamelaars) is moeilijk te zeggen. En of er echt minder dan tien van zijn ook. Maar dit is hoe dan ook een boekje wat de saaie reeks ineens een stuk interessanter maakt.

Andere zeldzame uitgaven in de reeks zijn er niet. Toen de serie net was gestart had ik een blogje geschreven over Niemand op heel Vlieland (verschenen in maart 2006) en dat deze toen tamelijk onvindbaar was. Die opmerking heeft destijds nog de Wikipedia-pagina over Literaire Juweeltjes gehaald alsof het een feit was dat dit een zeldzaam deeltje was. Die opmerking is verdwenen, maar een paar zinnen uit mijn blog zijn nog steeds herkenbaar terug te vinden op Wikipedia. Voor de goede orde: ik heb het er niet opgezet. Later heb ik mij nog verbaasd over de heruitgave van Het bosgraf van Simone van der Vlugt dat in 2006 verscheen, maar in 2013 werd heruitgegeven omdat er volgens de uitgever "zoveel vraag naar was in het antiquarische circuit". Alsof er een actief circuit van verzamelaars van deze boekjes is, die zich smekend tot de uitgever wendden voor dat specifieke deeltje. En als dat zo was, hoeft het niet meer. Zowel Niemand op heel Vlieland als Het bosgraf  zijn op dit moet moment ruimschoots via Boekwinkeltjes.nl beschikbaar, startprijs 75 cent. Recent zag ik trouwens nog een heruitgave van het Literair Juweeltje van Anjet Daanje, Dromen van mijn moeder, dat door B for Books eveneens wegens de grote vraag opnieuw was gepubliceerd. Maar nu als reguliere uitgave voor de boekhandel. Kennelijk was dit keer de vraag echt groot genoeg om een aparte uitgave te rechtvaardigen. De nieuwe prijs is dan ook € 8,49 in plaats van de € 2,50 van het Juweeltje.

De onechte Juweeltjes

Zoals in elke reeks zijn er de delen die bij de reeks horen, en allerlei publicaties die er op lijken maar dan toch geen onderdeel van de reeks zijn. In mijn bijdrage over de serie "Vertellingen voor één nacht" liet ik verschillende extra uitgaven zien. Bij de Literaire Juweeltjes speelt net zo iets. Omdat het een herkenbaar format is, zijn er verschillende uitgaven geproduceerd die sterk lijken op de serie, maar bij bijzondere gelegenheden zijn verschenen. Soms gemaakt met/door B for Books zelf, maar soms ook door andere partijen.

Een voorbeeld is de uitgave De jongste van Arnon Grunberg, geproduceerd door Boekhandel Los in Bussum, ter gelegenheid van de 60e verjaardag van Cor Wiersma. Wiersma werkte al sinds 1987 bij Boekhandel Los, en was van 2001 tot 2021 eigenaar. Dit verhaal van Grunberg (de oerversie van Tirza) verscheen in coronatijd in een oplage van 1500 en speelt in Bussum. Een ander voorbeeld is De boekenbaron van Joep Scheffer, verschenen ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van Boekhandel Broekhuis. Dit boekje uit 2017 gaat over het leven van Gerard van der Maar, oud-eigenaar van de boekhandel en is een voorpublicatie uit het later verschenen boek met de geschiedenis van de boekhandel. Merk op dat beide boeken de karakteristieke grijze band missen met de tekst "literaire juweeltjes". Voor het overige zijn ze identiek aan de serie, inclusief het B for Books logo op de rug.

Soms gaven Bruna's in een regio eigen Juweeltjes uit. Zoals de "Westlandse Juweeltjes" die een aantal Bruna-winkels in het Westland in 2009 en 2011 lieten verschijnen, met verhalen van auteurs uit de regio. De oplage daarvan was naar verluid 3000 exemplaren. Uitgeverij B for Books varieerde zelf ook op het thema. Zo verschenen vier delen in de serie "Kroonjuwelen", met korte biografieën van de Nederlandse koninklijke familie, twee delen in de serie "Biografietsjes" over de wielrenners Tom Dumoulin en Chris Froome en één deeltje in de serie Sportjuweeltjes, geschreven door Toon Gerbrands. Hoewel je je kan afvragen of een serie met één boekje wel een serie genoemd mag worden.

Wellicht zijn er nog meer van deze onechte Juweeltjes gemaakt door individuele boekhandels of in een andere serie. Ik ben ze nog niet tegengekomen, maar zoals het gaat met dit soort randzaken: uiteindelijk weet je niet wat je niet weet en kan je altijd weer verrast worden door een bijzondere vondst.

De serie een beetje opleuken

Zoals ik al zei, de Literaire Juweeltjes zijn leuk gemaakte boekjes maar het verzamelen ervan is niet echt een uitdaging en meer een kwestie van discipline dan van het aanwenden van verzamelaarstalenten. Behalve de eerdergenoemde Fijne meisjes zijn er bij mijn weten geen bijzondere versies verschenen of auteursexemplaren die als zodanig herkenbaar zijn (zoals met boekenweekgeschenken nog wel gebeurt). Toch zijn er opties om de serie een beetje op te leuken, bijvoorbeeld door de boekjes te laten signeren als dat kan. De meeste auteurs van wie Literaire Juweeltjes verschijnen leven nog, zodat het verkrijgen van handtekeningen mogelijk moet zijn. Op dit moment zijn 40 van mijn Juweeltjes gesigneerd, oftewel 18,5% van dit totaal. Meer dan ik dacht, hopelijk gaat dat aantal de komende jaren nog groeien.
Een andere mogelijkheid om het verzamelen wat leuker te maken is om de verzamelboxen te kopen die zijn verschenen. Een paar jaar lang verscheen de hele serie van dat jaar aan het eind van het jaar in een aparte box, en later verscheen ook een box ter gelegenheid van 10 jaar Literaire Juweeltjes met daarin 10 deeltjes. Zelf ben ik daar nooit aan begonnen (ik had alle deeltjes immers al, het zou dan alleen om de dozen gaan), maar voor degene die echt alles compleet wil hebben is dat natuurlijk wel een must.

07 oktober, 2023

347 - Bibliofiel achter de feiten aanlopen

Ik heb al vaker geschreven over mijn behoefte om complete collecties van schrijvers in de kast te hebben staan. Ik ben zoals dat heet een completist, hoewel ik vooral eerste drukken zoek en niet élke druk en elke variant van een bepaald werk zoek. Ik wil alle boekuitgaven van mijn favoriete auteurs hebben. En als ze nog leven, graag ook gesigneerd. Deze ambitie is al ingewikkeld genoeg als het gaat om reguliere uitgaven, maar het wordt nog lastiger om zicht te houden op bibliofiele uitgaven van mijn favoriete auteurs. De afgelopen weken heb ik een paar bibliofiele uitgaven toegevoegd aan mijn collectie, waarvan ik stomtoevallig achter het bestaan kwam. Doordat ik zo afhankelijk ben van toeval, zullen er nog verschillende uitgaven rondzwerven waarvan ik helaas het bestaan niet ken. Maar van drie van mijn favoriete Nederlandse schrijvers is de collectie weer iets completer geworden: Adriaan van Dis, Tommy Wieringa en Margriet de Moor.

Adriaan van Dis

Jaren geleden heb ik lezers van dit blog op de hoogte gehouden van mijn vorderingen om mijn Adriaan van Dis-collectie compleet te krijgen. De ene na de andere uitgave hengelde ik naar binnen en ook toen struikelde ik wel eens over een onverwachte bibliofiele vondst. Al in 2005 meldde ik triomfantelijk dat ik compleet was en een paar jaar later herhaalde ik tegen beter weten in die claim. Met de verschijning van zijn nieuwste roman Naar zachtheid en een warm omhelzen volgde er natuurlijk een serie lezingen annex signeersessies. Ik tekende in voor een zondagmiddag in Paagman, voorzien van een stapeltje recente aankopen. Naast de nieuwe roman had ik bijvoorbeeld de luxe editie van zijn boekenweekessay uit 2004, twee versies van De wandelaar t.g.v. Nederland Leest (de grote letter-uitgave en de eenvoudig-lezen uitgave) en zo nog wat. Terwijl ik bij de lezing zat zag ik verderop in de rij iemand die ook een werk van Van Dis bij zich had om te signeren, maar het was een voor mij totaal onherkenbaar boek. Was mij weer eens iets ontgaan? Ik kon de titel gelukkig lezen en snel googlen leerde mij dat het om de uitgave Een beetje gek ging, een bibliofiele uitgave van Galerie Christian Ouwens, waarin Van Dis verslag doet van zijn ervaringen met psychiaters en psychoanalyse. Terwijl ik in de rij stond voor het signeren haalde Van Dis diezelfde uitgave uit zijn tas en gaf die aan een dame voor mij in de rij, kennelijk een bekende van hem. Het leverde mij een steek van jaloezie op, maar even later was ik als pleister op de wonde wel zes handtekeningen rijker in evenzovele boeken. Desondanks moest ik nu op zoek naar het onbekende boek.

Na afloop van de signeersessie volgde een fijne mailwisseling met Christian Ouwens die gelukkig nog gesigneerde exemplaren had liggen. Hij vertelde dat hij ook bij de sessie in Paagman was geweest, maar toen was ik nog onwetend van het moois dat hij had gemaakt. Het toeval wilde dat mijn geliefde de dag erop letterlijk om de hoek van de galerie een opleiding volgde, zodat ik een dag later alsnog een gesigneerd exemplaar in mijn kast kon zetten. Ik kende Galerie Christian Ouwens niet, maar hij geeft bij tijd en wijle bijzondere literaire uitgaven uit die met veel zorg zijn gemaakt. Gelukkig was deze niet zo kostbaar als de portfolio van Ilja Leonard Pfeijffer en Hans Wilschut, waar €950 voor moet worden neergeteld. 

Als gevolg van dit kleine avontuur zocht ik nog wat verder naar eventuele Van Dis-uitgaven en wie schetst mijn verbazing toen ik ontdekte dat er nóg een bibliofiele uitgave rondzwierf. Ter gelegenheid van de Bakenesser Avond 2007 van de Stichting Haarlem Boekenstad bleek de uitgave Le Chien verschenen, een paar fragmenten uit De wandelaar. In een oplage van 165 bij de Augustijn Pers, van de helaas overleden Hans Rombouts.

Ook die moest ik natuurlijk hebben, en wel onmiddellijk, maar het werkje bleek nergens te worden aangeboden. Na lang zoeken vond ik bij Antiquariaat Meilof een setje Augustijn-uitgaven waar deze Van Dis bijzat. Ik checkte nog even of dat echt zo was, rekende 30 euro af en Le Chien was van mij. Met nog ruim 20 andere drukjes van deze pers, die ik niet per se hoefde (behalve eentje, waarover later meer). Het restant heb ik daarom op Catawiki gezet en dat leverde mij vervolgens 62 euro op (minus veilingkosten uiteraard). In feite waren er zo een paar gratis werkjes voor mij, en zelfs geld toe. Welk geld ik overigens onmiddellijk opnieuw heb geïnvesteerd via Catawiki, door de luxe genummerde editie van de beelduitgave Familieziek, getekend door Peter van Dongen, op een veiling te kopen. De nieuwprijs van deze uitgave uit 2017 is €150, maar voor €91 mocht ik 'm nu hebben. Waarmee de derde bibliofiele Van Dis in een week mijn eigendom werd.

Voor zover ik weet ben ik nu weer compleet als het gaat om Van Dis maar ik heb daar weinig zekerheid over. Le Chien bleek immers ook al 16 jaar geleden verschenen te zijn voordat ik het bestaan er van ontdekte. Jammer is wel dat ik nu weer naar een signeersessie moet gaan, want Le Chien is nog ongesigneerd. Het zou signatuur 102 van Van Dis in mijn collectie moeten worden.

Tommy Wieringa

Het zal bekend zijn dat Tommy Wieringa’s nieuwe roman Nirwana is verschenen. Met veel tromgeroffel gelanceerd en verschillende boekhandels boden gesigneerde eerste drukken van het boek aan. Een mooie service om mijn Wieringa-collectie up to date te houden. Ware het niet dat ik op diverse socials zag dat ter gelegenheid van de lancering een speciale "nulde druk" was verschenen, uitgedeeld aan boekhandelaars. Overigens niet voor het eerst, van De heilige Rita is ooit ook een nulde druk verschenen, die ik nog niet bezit. En nu alweer een nulde druk, in beperkte oplage… ik ben geen boekhandelaar, maar deze hoort natuurlijk in mijn kast. Dus wat te doen?

Ik besloot het erop te wagen bij de uitgeverij zelf. Als eigenaar van een van de meest complete Wieringa-collecties in Nederland meende ik wel enig recht van spreken te hebben, dus ik schreef een bedelmail in de hoop dat er nog een exemplaar van de nulde druk zou zijn. En ik kreeg goed nieuws: de nulde druk bleek beschikbaar en plofte een paar dagen later in mijn bus.

Deze nulde druk heeft een afwijkend omslag van de reguliere uitgave, veel simpeler van uitvoering en er staat ook met grote letters “0e druk” op. Op de titelpagina staat: "De oplage van deze geschenkuitgave bedraagt 200 exemplaren”. Uiteraard zullen er boekhandelaars zijn die hun exemplaar van de hand doen, er zal vast binnenkort een exemplaar op Catawiki verschijnen. Ik ben benieuwd wat die dan oplevert. 

Het probleem was alleen dat deze speciale editie ongesigneerd was. Gelukkig deed ook Wieringa mee aan het signeercircus bij de verschijning van zijn nieuwe roman, en zo toog ik met mijn stapeltje recente Wieringa-aankopen van de laatste jaren naar Utrecht, waar vervolgens niet alleen Nirwana, maar ook nog een paar anders schaarse werkjes werden gesigneerd. Deze stapel was iets kleiner dan de berg Wieringiana die ik zes jaar geleden liet signeren. Het interview in Broese leverde mij sowieso een paar inzichten op over de thema’s in de nieuwe roman. Maar daarna was er tijd om te signeren. Het fijne aan Tommy Wieringa is dat hij voor iedereen de tijd neemt. Net als een paar jaar geleden werd ook dit keer elk boek bewonderd (“dit is een bijzondere”, “dat je deze ook hebt”) en van een persoonlijke opdracht voorzien. Het fijne van een avond met boekenliefhebbers is dat er ruimte is om echt even door te praten over het boek. Bij het verlaten van Broese raakte ik aan de praat met een van de organisatoren van de avond en deelden we onze inzichten over Nirwana. Zelfs de massale treinuitval op die avond kon daarna mijn uitstekende humeur niet meer bederven.

Margriet de Moor

In het stapeltje uitgaven van de Augustijn Pers bleek naast de gezochte van Dis ook nog een mooie uitgave van Margriet de Moor te zitten, een fragment uit haar prachtige roman De verdronkene, ook nog eens heel mooi vormgegeven: een gevouwen drukwerkje, dat als het ware in de blauwe golven van het kartonnen hoesje verzinkt, waarbij ook een peilstok is te zien. Hier is zichtbaar hoe creatief Hans Rombouts was. Ik wist niet van het bestaan van dit werkje en wist niet dat het in het stapeltje zat, maar nu kon ik het mooi toevoegen aan mijn De Moor-collectie. Net als dat ik een paar jaar geleden een stapeltje boeken op Marktplaats kocht, slordig aangeduid als ‘nieuwjaarsgeschenken’, waar het nieuwjaarsgeschenk Handgeschreven van Margriet de Moor tussen bleek te zitten, uitgegeven door De Bezige Bij t.g.v. jaarwisseling 2016-2017. 

Bij nader inzien bleken zowel het fragment van De verdronkene als Handgeschreven niet heel zeldzaam en gewoon op boekwinkeltjes.nl te koop. Maar ja… dan moet ik wel weten dat ze daar staan. Natuurlijk heb ik zojuist weer eens langs alle De Moor-uitgaven gescrolld en niks nieuws gevonden, maar dat kan ik niet elke dag doen. Wie weet brengt het toeval mij over een tijdje ook van Margriet de Moor weer een onbekende uitgave.

Hoewel ik inmiddels een forse collectie De Moor in eerste druk heb, is alles nog ongesigneerd. Ik hoop Margriet de Moor ooit nog ergens tegen te komen zodat zij al mijn uitgaven van haar ongetwijfeld fraaie handtekening kan voorzien.

Het waren een paar hectische weken die ik kon afsluiten met goed nieuws over publicaties van deze drie schrijvers. Maar al met al realiseer ik mij dat het mijn lot als verzamelaar is dat ik bibliofiel achter de feiten blijf aanlopen. En dus dat ik mijn ogen open moet houden en erop vertrouwen dat het lot mij van tijd tot tijd de boeken brengt die ik nodig heb...

25 augustus, 2023

346 - Een Elzeviertje in mijn bibliotheek

Onder boekenverzamelaars hebben de zogenaamde 'Elzeviers' heel lang een bijna mythische status gehad. Er is vrijwel geen boek over boekgeschiedenis of over het verzamelen van boeken waarin niet een passage over Elzeviers, hun betekenis voor de boekgeschiedenis en de verzamelwoede ervan is opgenomen. Dit uitgevershuis moet trouwens niet verward worden met de huidige uitgeverij Elsevier, die op geen enkele manier verbonden is met Elzevier. De Elzeviers waren zó populair, dat sprake was van een heuse Elzevieromanie (inclusief recordprijzen op veilingen). In die lijn publiceerde de Stichting Desiderata al weer twee jaar geleden De bibliomaan van Charles Nodier met daarin ook een uitvoerig betoog van Ed Schilders over o.a. Elzeviers, de Elezevieromanie en het meten van de marges. Er werd dan ook een Elzevierometer bij dit
boek geleverd, die ik helaas niet kon gebruiken bij gebrek aan een eigen Elzevier. Tot overmaat van ramp kocht ik onlangs van Garrelt Verhoeven de gelegenheidsuitgave De vreemde zaak van het quasi onvindbare Elzeviertje. Een bibliografische cold case in tijden van corona. Dit boekje verscheen in 2020 ter gelegenheid van het afscheid van Paul Hoftijzer als hoogleraar boekwetenschap in 600 genummerde exemplaren (ik heb nummer 571) . Het is een verslag van een gelukkige vondst van Verhoeven op een Franse antiekmarkt, waar hij een bij nader inzien zeer zeldzame Elzevieruitgave kocht waarna hij langzaam maar zeker de publicatiegeschiedenis ervan ontsluit. Maar hij vertelt ook uitvoerig over verzamelaars van Elzeviers door de eeuwen heen en de Elzevieromanie die hen in de greep had. Binnenkort verschijnt een nieuwe uitgave van dit werk bij de Walburg Pers, waar eerder ook het mooie boekje Ik zoek geluk in druk te vinden van Verhoeven verscheen, waarin hij meer boekenavonturen beschrijft.

Al dit lezen over Elzeviers heeft het gemis hiervan in mijn kast uiteindelijk onverdraaglijk gemaakt. Gelukkig was er - net zoals ik eerder schreef over uitgave van Elias Luzac - nu ook weer Marktplaats als redder in nood. Voor een luttele 25 euro kocht ik een Elzevier uit 1677, namelijk Opera quaee extant van Claudianus, met een voorwoord van Nicholas Heinsius. Weliswaar wat beschadigd (de eerste pagina's missen) maar goed genoeg voor mij. Eindelijk kon ik mijn Elzevierometer eens echt gebruiken.

Voordat ik jullie meeneem naar een beschrijving van dit boek, eerst iets over Elzeviers en wat daar zoal over geschreven is in diverse boeken over boeken uit mijn eigen kast.

Werken over Elzevier uit mijn eigen bibliotheek

Voor mijn vorige post sneupte ik in mijn eigen bibliotheek op zoek naar Laurens Janszoon Coster. Dit keer gaat het mij om informatie over Elzeviers. Ik mis in mijn bibliotheek de echte standaardwerken over de Elzeviers, zoals de Elzevier-bibliografie van Alphonse Willems waar Garrelt Verhoeven veel uit put  (Les Elzevier: histoire et annales typographiques, 1880) of het boek van Paul Hoftijzer Boekverkopers van Europa. Het Nederlandse zeventiende-eeuwse uitgevershuis Elzevier (2000). Ik moet het doen met wat meer algemene beschrijvingen over de Elzeviers.
  • In het klassieke werk van Piet Buijnsters, Geschiedenis van de Nederlandse bibliofilie (2010) staat een heel hoofdstuk over Elzeviers (en een heel hoofdstuk over Laurens Janszoon Coster trouwens). Buijnsters grijpt vrijwel meteen terug op Rimmert van der Meulen (zie hieronder) en diens melding van "elsevier-maatstokjes" die werden gebruikt om de marges te meten (hoe meer marges, hoe beter en hoe waardevoller). Daar is de Elzevierometer van Stichting Desiderata dan ook op geïnspireerd. Buijnsters stelt dat deze maatstokjes nooit zijn aangetroffen en hij vraagt zich af of deze überhaupt hebben bestaan. Buijnsters geeft verder een schets van het uitgevershuis Elzevier, de vertakkingen in Den Haag, Utrecht, Amsterdam en Leiden en de gezichtsbepalende familieleden daaruit. Het hoogtepunt van de uitgaven kwam rond en net voor 1650 op de markt. Elzeviers werden in een handig klein formaat geproduceerd, in hoge oplagen en met goede kwaliteit papier en letters. En ze hadden de beste auteurs uit een breed scala aan vakgebieden in hun fonds. Met als gevolg dat Elzevier-uitgaven bij alle grote geleerden in heel Europa op de plank stonden en dientengevolge gezocht én verzameld werden.
    Maar er waren ook heel veel "valse" Elzeviers op de markt, en het kwam er op aan de valse van de echte te onderscheiden. Het boekje van Garrelt Verhoeven gaat hier ook over. Er verschenen verschillende standaardwerken met uitgebreide commentaren op de vraag of bepaalde uitgaven vals of echt waren. Dit waren de handboeken die verzamelaars gebruikten in hun speurtocht naar Elzeviers. Buijnsters beschouwt J.J.W.R. van Dijck als de laatste Nederlandse Elzevier-verzamelaars. Zijn imposante collectie werd in 2005 in 685 kavels bij Bubb Kuyper geveild. Buijnsters constateert: "voor het overige lijkt het Elzeviervirus onder de Nederlandse particuliere verzamelaars voorgoed te zijn verdwenen."
  • Ik noemde al de Stichting Desiderata-uitgave van Charles Nodier's verhaal De bibliomaan (2021). Het gaat hier om een door het Elzevier-virus aangetaste verzamelaar die ontdekt dat een concurrent  een Elzeviereditie met bredere marges dan zijn exemplaar bezit, en vervolgens overlijdt door de schok:
    "'U ziet nu,' zei hij tegen mij, 'de ongelukkigste aller mensen! Dat boek is de Vergilius van 1676, op grootformaat papier, waarvan ik dacht het reuzenexemplaar te bezitten, het overtreft het mijne met een derde linie. (...)  Een derde linie! Ach! Bagatelliseert u een derde linie van de priem die uw haart doorboort?' Zijn lichaam sloeg geheel achterover, zijn armen verstijfden en zijn benen kwamen in de greep van een spijkerharde kramp."
    In de uitgebreide toelichting van Ed Schilders komen al de elementen die Buijnsters noemt terug, waarbij Schilders toch een aantal vraagtekens zet bij de stelligheid dat de zogenaamde maatstokjes nooit bestaan zouden hebben.
  • Het boek van Rimmert van der Meulen, Over de liefhebberij voor boeken (1893) werd door Buijnsters al aangehaald. Van der Meulen schrijft over de verzameldrift van Elzeviers, maar constateert ook dat de inventarisatielijsten van bestaande Elzeviers de verzamelwoede wat temperden (en de prijzen ook) omdat bleek dat veel titels helemaal niet zo zeldzaam waren. Veel Elzeviers werden namelijk in zeer hoge oplagen geproduceerd. Mede hierdoor doofde de Elzevieromanie in de vroege twintigste eeuw wat uit.
  • De memoires van Leona Rostenberg en Madeleine Stern heb ik al vaker aangehaald. In verschillende uitgaven vertellen zij hoe zij hun antiquariaat hebben opgebouwd en hoe zij tal van bijzondere boeken vonden in hun speurtochten door Europa en Noord-Amerika. In Old books, rare friends (1997) vertellen zij hoe Leona Rostenberg startte met het verkopen van oude boeken en dat hun tweede catalogus uit 1947 volledig was gewijd aan "The house of Elzevier". Deze catalogus staat integraal afgedrukt in Bookman's quintet. Five catalogues about books (1980). Ik heb nog even gecheckt: mijn Claudianus stond niet tussen de 165 nummers, die overigens in no-time waren uitverkocht. Rostenberg vertelt de anekdote dat deze tweede catalogus was voorbereid, maar twee weken lang bij het postkantoor was blijven liggen terwijl de dames zich afvroegen waarom niemand een bestelling uit deze catalogus deed... Toen de catalogus alsnog werd verzonden was deze in no-time uitverkocht, wat het bedrijf van de dames een welkome boost gaf. Deze zelfde anekdote werd trouwens al eerder verteld in Old and rare. Thirty years in the book business (1974)
  • John Herbert Slater (1854-1921) was een Engelse bibliofiel en auteur van verschillende boeken over boekenverzamelen. In Book collecting (1892, in een genummerde oplage van 500 waarvan ik nr. 437 heb) staat een apart hoofdstuk voer "The Elzevir Press". In How to collect books (1905) staat een verkorte versie van dit hoofdstuk. De beschrijving van de Elzeviers is onderdeel van zijn beschouwing over "celebrated presses". Eerst schrijft Slater in dat verband over Aldus en daarna over Elzevier. Hij zegt:
    "Compared to this grim old editor-printer of a bygone age, the Elzevirs one and all were literary children, playing with ther master's text - children, who never grew old, and whose many liberties were not only endured, but excused out of consideration for their engaging ways. They were pirates too, without exception, but they turned you out well. If they mutilated your text, they at any rate supplied you with the best of paper, ornaments and type: from their hands you emerged a well-dressed gentleman, a little ignorant perhaps, but decidedly aristocratic."
    Slater geeft een stukje van de genealogie van Elzevier en beschrijft dan kort de hoogtepunten van de persen. Hij gaat uit van 1608 verschillende titels, waarvan 1213 de naam of het merk van de firma dragen. De meeste in Latijn, een flink aantal Frans en dan nog wat publicaties in Grieks, Duits, Italiaans, Hebreeuws en Nederlands. En eentje in het Engels.
    Ook Slater noemt trouwens het meetstokje als een gegeven:
    "The enthousiastic collector carries with him an ivory rule on which the French measures are marked. (...) Anything below 125 millimetres is hardly worth loooking at.".
    Vervolgens beschrijft Slater hoe twee exemplaren van Le Pastissier Francois werden verkocht: eentje van 128 millimeter hoog voor 6o pond en een onafgesneden exemplaar voor 400 pond. Waarbij het verschil 2, maximaal 3 millimeter was. Deze specifieke uitgave werd vanwege de schaarste overigens wel als de kroon op elke Elzevier-collectie beschouwd. Ook vertelt Slater over Charles Nodier, die zijn hele leven zocht naar een eerste druk van de door Elzevier gedrukte Vergilius uit 1636 ondanks dat dit een slecht geproduceerd exemplaar was dat vol met fouten stond. Toen hij het boek vond, paste het precies in de ruimte die hij al die tijd in zijn boekenkast ervoor had vrijgehouden. Drie jaar geleden werd overigens een exemplaar van geveild voor $600.

Elsevier en Elzevier

Ik zei al dat het huidige uitgevershuis Elsevier en de 16e/17e-eeuwse Elzevierfamilie niets met elkaar te maken hebben, behalve dat de oprichters van Elsevier de naam eraan ontleenden. Maar er is meer dan alleen de naam geleend: in de loop van de tijd is binnen het tegenwoordige Elsevier een collectie van uitgaven opgebouwd van het originele uitgevershuis. Deze collectie staat inmiddels bekend als "The Elsevier Heritage Collection" en bestaat uit circa 1000 titels in zo'n 2000 delen. 

Uitsnede uit het schilderij "Een promotie bij de universiteit"
ca. 1650 geschilderd door Hendrick van der Burgh.
Rechts van de poort van het Leidse Academiegebouw had
de firma Elzevier haar boekwinkel en drukkerij /
uitgeverij. Vermoedelijk zijn daar wat aankondigingen
van nieuwe boeken te zien.
(afbeelding: Stedelijk Museum De Lakenhal).
In het Jaarboek 2014 van het Nederlands Genootschap van Bibliofielen schrijft Sjors de Heuvel een bijdrage over de herkomst van een deel van de Elzeviers in the Collection: "De Elzevier-bibliotheek van de hertog van Chartres. Een negentiende-eeuwse bibliofiel in de Elsevier Heritage Collection". Na een algemene beschrijving van de Elzevier-familie en de Elzevieromanie vanaf de 17e eeuw gaat De Heuvel in op Robert d'Orleans, de hertog van Chartres, en diens bibliofilie. Een deel van zijn collectie Elzeviers - ongeveer 700 stuks - werd in 1952 door Elsevier aangekocht. Samen met andere aankopen maakte dit The Heritage Collection tot wat het nu is.
Eerder schreef De Heuvel al een artikel in De Boekenwereld (2015, te lezen via DBNL), waarin hij de bredere historie van de EHC schetst én beschrijft waar de collectie zoal vandaan kwam en welke bijzondere exemplaren erin te vinden zijn.

Overigens schreef Jan Paul Bresser ooit in een tijdschrift van Elsevier een artikel over Elzevier, waarin de historie van de historische uitgeverij wordt beschreven. Hij haalt daarbij het schilderij van Van der Burgh hier rechts aan.

Mijn Claudianus uit 1677

Na de ontvangst van mijn Elzevier heb ik als eerste daad mijn Elzevierometer langs Claudianus gelegd. Uitslag: 114 millimeter. Volgens het criterium van Slater dus een exemplaar "hardly worth looking at". Ook omdat het boekje niet compleet is: de titelpagina en de eerste drie bladen ontbreken. Daardoor is het ook lastig om te bepalen van welke pers het boekje is gekomen. Gelukkig zijn er meerdere exemplaren digitaal beschikbaar, en daaruit wordt duidelijk dat mijn boekje is gedrukt in Amsterdam door Daniel Elzevier (1626-1680). Daniel behoorde tot de tweede generatie drukkers. Hij opende in 1638 een drukkerij in Amsterdam, waar hij volgens Slater 260 titels produceerde (en na zijn dood zijn weduwe nog 7).
Als ik kijk naar complete exemplaren van deze Claudianus dan worden daar geen absurde prijzen voor gevraagd, zij het wel veel meer dan de 25 euro die het mij kostte. Echt zeldzaam is deze titel niet.
 
Het boekje is gebonden in een beschadigd perkamenten bandje. Het is duidelijk intensief gebruikt / gelezen. De laatste paar pagina's hebben in het midden van de zijkant een beschadiging, het lijkt alsof door het bladeren met een natte vinger er uiteindelijk een halfrond stukje uit het papier is gesleten. Overigens zijn er verder geen aantekeningen in het boekje gemaakt (gelet op de afgesneden marges was daar ook geen plek voor), wel zijn er hier en daar ezelsoren in pagina's aangebracht. Dat lijkt erop te wijzen dat het vooral intensief gelezen is. En dat het veel is meegedragen, want aan de randen van de pagina's zijn butsen en vochtplekken te zien. Alsof deze Elsevier mee op reis is geweest - precies de reden waarom dit soort boekjes in een dergelijk klein formaat werden gemaakt.

Afbeelding uit het boek van Buijnsters (p. 75)
Je kan je afvragen waarom ik toch zo tevreden ben met deze beschadigde, ondermaatse, niet al te zeldzame Elzevier in mijn bibliotheek. Voor mij is het de iconische waarde van het boek, of liever: waar het symbool voor staat. Elzeviers zullen nooit mijn verzamelgebied worden; het ontbreekt mij simpelweg aan de middelen. Maar ik vind dat in mijn bibliotheek een aantal iconische boeken thuishoren. Zoals een Elzevier, net zoals ik een incunabel wilde hebben. Ik probeer nog mijn hand te leggen op een Aldus-uitgave en ik wil ook nog een Leidse Plantijn-uitgave. Als eerbetoon aan al die drukkers van vroeger, die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van het boek. Natuurlijk zal ik toekomstige veilingen in de gaten houden: ik wil zeker nog wel een paar Elzeviers erbij, liefst van verschillende persen. Ik heb er nu één uit Amsterdam, ik wil nu ook Elzeviers uit Leiden, Den Haag en Utrecht. Die zal ik dan naast deze eersteling zetten. Hopelijk heb ik over een tijd een mooi rijtje Elzeviers staan. Het aantal zal waarschijnlijk echter nooit ook maar in de buurt komen van die van Van Dijck (zie afbeelding hiernaast).